XIX landzoogdieren, waarvan vele beenderen uit de Schelde en de zeegaten zijn opgehaald. Hierover heeft J. C. de Man te Middelburg het eerst (1875 en 1880) in dit Archief gepu bliceerd. Opgeviste, opgezogen en aangespoelde fossielen kan men in groot aantal in onze provincie verzamelen, maar voor het trekken van geologische en zoölogische conclusies hebben zij het nadeel dat men niet kon waarnemen, uit welke aardlagen zij afkomstig zijn. Bij boringen en ontsluitingen zijn zulke waarnemingen wel mogelijk, maar diepe ontsluitingen zijn zeld zaam in Zeeland en boringen leveren slechts betrekkelijk weinig en veelal beschadigde fossielen op. Het is daarom nodig iedere gelegenheid tot verzamelen te gebruiken en ik verzoek alle boringen en ontsluitingen, waarbij resten van dieren wor den aangetroffen of te verwachten zijn, onverwijld te melden aan schrijver dezes (p.a. Zoölogisch Museum, Plantage Mid denlaan 53 te Amsterdam) of aan het Rijksmuseum van Geologie te Leiden. Kleine en allerkleinste fossielen zijn hierbij van evenveel belang als grote. Onze „Catalogus van de Oudheidkundige Verzamelingen" (1890) vermeldt als nr 22 „Kas met grondboringen, en eene ophelderende kaart, afkomstig van den te Goes tot de diepte van 250 meter uitgeboorden Artesiaanschen put." Het betreft hier monsters van een boring voor een artesische put bij het Huis van Arrest en Bewaring te Goes, welke boring in 1863 1872 is uitgevoerd en in 1879 door Seelheim beschreven. In verband met andere onderzoekingen bleek de Geologische Stichting te Haarlem er prijs op te stellen deze monsters met moderne methoden aan een hernieuwd onderzoek te onder werpen. Een deel der monsters is hiertoe aan de Stichting toegezonden. Dit geval bewijst weer eens te meer, dat de taak van een museum niet slechts is voorwerpen voor het publiek ten toon te stellen (als zodanig is de „kas" met 60 gesloten laadjes nooit aantrekkelijk geweest), maar vooral daarin be staat voorwerpen van wetenschappelijk (c.q. historisch of artistiek) belang op zodanige wijze voor het nageslacht te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1951 | | pagina 23