4
op het niet gedraineerde overige deel van Walcheren de
akkers als smalle bedden tussen voren aangelegd e).
Wil men nu een of7) van de oude stempel, dan is Bigge-
kerke B 70 (afb. 1) wel een zeer geslaagd voorbeeld. Helaas
is bij de inundatie de fraaie beplanting op het omgrachte erf
vernield en waar eens moes- en siertuin, bleek en boomgaard
lagen, omgeeft nu een kaal terrein de oude hoeve, door geen
windsingel meer beschermd. De architectuur is uitermate
simpel en treft slechts door de gelukkige verhoudingen var
hoofdelementen en onderdelen. Het woonhuis is opgetrokken
van gele IJselsteen en met rode golfpannen gedekt de weinig
hogere doch bredere schuur bezit weliswaar een stenen stal
muur. maar overigens geteerde houten wanden (wêêgen) met
gepotdekselde delen en een strodak met achterschild (keu-
vetènde) en een zoden nok (ueêste).
Door de voordeur in de lange gevel komt men in een brede
hank (gang). Aan weerskanten daarvan zijn gelegen de
keukenkaemer (ouder: d'n uzen) en de goeie (proenk- of
d'ankante) kaemer, beide voorzien van een schut, waarachter
twee bèsteeën (koessen of slaepsteeën) met tussengelegen kast
(spinde). Achter in de gang bereikt men over het schuin-
geplaatste kelderluik (keldervalle) de opkamer, waarin de trap
naar de graenzolder of piezel is aangebracht. Oorspronkelijk
kende men dit vertrek echter niet en kwamen slechts beide
opgemelde ruimten voor.
De Hullu s) heeft enige aanbestedings-contracten van boe-
renwoonhuizen gevonden, die weliswaar op Zeeuwsch-Vlaan-
deren betrekking hebben, maar geheel overeenkomen met de
Walcherse. Zo passeerde Abraham du Mont. notaris te
Groede, op 6 April 1680 een acte, waarbij Daniel Cherisey.
koopman te Amsterdam, aan Claes Franssen van Theloese en
Jan Mortier, resp. metselaar en timmerman, te Groede het
bouwen van een woning op zijn hoeve aanbesteedde. Evenals
6) H. J. E. Gerlach, Landbouwkundige beschrijving van Walcheren
c.a. (Bekr. antw. prijsvraag 567 Ned. Mij. ter Bevordering van Nijverheid.
Haarlem. 1885), blz. 35/37.
7) De bron voor een groot aantal streektermen voor grond, zomer
verblijf en koestalonderdelen vormen de antwoorden op Vragenlijst 10
(1941) van de Volkskundecommissie van de Kon. Ned. Akademie van
Wetenschappen te Amsterdam. Daar de invullers doorgaans niet deskundig
waren moet men echter zeer critisch te werk gaan bij het gebruikmaken
van deze gegevens. Mej. dr H. C. M. Ghijsen was zo vriendelijk ons
talloze verbeteringen aan de hand te doen.
8) j. de Hullu Uit het leven van den Cadzandschen landbouwer in
vroeger dagen I-—V (IIII De woning) (Oostburg, 1937).