21 Afb. 7. Plattegrond van ,,'t Blauwe Huus" te Ouddorp,. Toen nu de landbouw tot bloei kwam en de veestapel in omvang toenam, bracht men het rundvee naast de paarden langs de deel onder, zodat de ontruimde potstal plaats bood voor de tasuitbreiding. In de nieuwe stal (met afgeschoten voergangwerden de dieren aan staken bevestigd, die op de rand van een lage voergoot stonden, terwijl de bodem gepla veid en van een gierafvoer voorzien werd. De schuur bleef evenwel groeien, zodat hij tenslotte hoog boven de woning uitstak en zo breed werd. dat de nieuwe middendeel ook aan de voorzijde naast het woonhuis toegangsdeuren kon verkrijgen. Blijkens ,,'t Blauwe Huus" uit 1659, Smaleinde A 213 te Ouddorp (afb. 6), is dit laatste evolutiestadium reeds snel op Goeree doorgedrongen (waarschijnlijk tengevolge van immi gratie uit West-Brabant een op Flakkee bekende familienaam is Braber). Het woonhuis heeft een blauwgesauste tuitgevel van IJselsteen met een drietal trapjes als top, getande water lijst, sier- en jaarankers en een geteerd plint, terwijl de vlech tingen beurtelings blauw en wit gekalkt en de stenen van de ontlastingsbogen afwisselend blauw en rood geverfd zijn met witte voegen. De luiken van het zitkamervenster hebben een gemeniede spiegel en groene steek- en spiegelklampen met een witte profielrand. De huisdeur in de voorgevel geeft toe gang tot het voorhuus met links een kelder en opkamer en rechts de zitkamer, waarvan de bedsteden en tussengelegen kast onder het met een flauwere helling aflopend dak zijn uitgebouwd. Achterwaarts is het voorhuis verbreed en bevat de zoldertrap en de toegangen naar een portaaltje (vroeger spoelplaats met zijdeur, anderszijds het schu.urh.uus, waar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1951 | | pagina 45