XII
nog zo sporadisch, dat zij niet tot een samenhangend beeld
bijeen te voegen zijn. Iets meer is er te vinden van de be
volking, die in de eeuwen rond het begin onzer jaartelling
leefde op de oppervlakte van de veenlaag, die op vele plaatsen
direct onder de Zeeuwse klei ligt. Ook in de duinen van
Haamstede zijn overblijfselen dezer bevolking gevonden. Deze
mensen waren hier nog gevestigd, toen producten van Ro
meinse industrie hier voor het eerst werden ingevoerd.
De bodemkundigen zien aanwijzingen, dat een overstroming
(de zgn. eerste Duinkerkse transgressie) de bewoonbaarheid
plaatselijk onderbroken heeft, nog voordat in de tijd van de
Nehalennia-tempel, omtrent 200 na Chr., de Romeinse invloed
het cultuurbeeld in onze provincie overheerste.
Daarna maakten overstromingen bijna geheel Zeeland on
bewoonbaar. Op een eiland, Walacra of Walicrum geheten
(waarvan de bewoonde oppervlakte veel kleiner was dan die
van het tegenwoordige Walcheren), woonde tussen 500 en
800 een bevolking, die blijkens de gevonden munten handels
betrekkingen had met verschillende delen van Europa. x) Hun
begraafplaatsen leverden vele vondsten op. Wij lezen in kro
nieken van Noormannenraids naar dit eiland, maar enig spoor
van langdurig verblijf dezer lieden is nergens in Zeeland
gevonden.
De zeespiegel daalde wederom een weinig ten opzichte van
het land en de begaanbare oppervlakte in Zeeland nam weer
toe. Tussen 900 en 1200 werd in heel Zeeland veeteelt uit
geoefend en vermoedelijk tevens landbouw".
Tenslotte doet de conservator enige mededelingen over de
ruil en de afgraving van onze vliedberg bij Buttinge, waarover
hiervoor al uitvoeriger is gesproken.
De conservator der Zeeuwse klederdrachten
deelt het volgende mede
1Er worde op gewezen dat hoogstwaarschijnlijk deze betrekkingen
passief zullen zijn geweest. Deze handelsplaats zou dan in het Europese
economische bestel dier dagen een plaats hebben ingenomen, te vergelijken
met die van Brugge een half millennium later (N. v. d. R.).