XVIII
man, geboren te Hoedekenskerke en in 1945 in een Duits
concentratiekamp overleden, bij zijn leven de wens had uit
gesproken dat na het overlijden zijner echtgenote-vrucht
gebruikster de daarvoor in aanmerking komende stukken uit
zijn boedel voor het Zeeuwsch Genootschap zouden worden
bestemd. Daar de vruchtgebruikster was overleden, kon de
keus worden gemaakt. In Juni bezocht ik het sterfhuis en wees
daar die goederen aan, die voor onze verzamelingen te stade
kwamen. Verkregen werden daardoor een dubbelgebogen
Louis XV kabinet van wortelnotenhout, een empire boeken
kastje, twee oude dekenkisten, een theestoof met toebehoren,
een 17e eeuwse flespoottafel, vijf stoelen van mahoniehout en
een van iepenhout uit het begin der 19e eeuw, een staartklok
met maan en datum en kwartslag, een aantal voorwerpen
voor de afdeling folklore, een 17e eeuwse ijzeren beschilderde
geldkist, 8 koperen kandelaars uit de 17e en 18e eeuw en een
tinnen brandewijnkommetje. Zij zijn alle uitgestald in de
diverse vertrekken van ons gebouw.1) Verder een zgn.
palmendoek en vier servetten met ingeweven wapen der familie
Van Dishoeck en naam van A. P. van Dishoeck, proost van
St. Jan te Utrecht, 1723, de laatste een welkome aanvulling
van hetgeen reeds vroeger van dien aard was verworven.
In ons bezit aan vluchtheuvels kwam door omstandigheden
en afwijkend van de oorspronkelijke bedoeling een wijziging.
Verleden jaar werd reeds mededeling gedaan van het feit dat
onze vliedberg bij Buttinge, na onder leiding van de Rijks
dienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek wetenschap
pelijk te zijn afgegraven, in de ruilverkaveling van Walcheren
zou vallen, en dat ons in plaats daarvan een andere zou worden
toegewezen. Deze wijziging kreeg haar beslag. In plaats van
die onder Buttinge verkregen wij de wetenschappelijk misschien
minder belangrijke, doch uit landschappelijk oogpunt aantrek-
1) De wortelnotenhouten kast op de 17e eeuwse kamer. Hierdoor was
verplaatsing van het van de erven van wijlen mevr. Boogaert-Van der
Swalme in bruikleen gehouden schilderij, het Munnikenhof onder Grijps-
kerke voorstellend, noodzakelijk. Het grote stuk werd nu gehangen in
het trappenhuis, waar het veel beter tot zijn recht komt.