3 zgn. Duitse (lagere) school. Toen er door zijn vertrek een vacature ontstaan was, gaf men aan de secretaris Alb. Joachini, die toen in Holland reisde, de opdracht zich te vervoegen bij ..Meester Meyerum, eertijds rector alhyer geweest in des stadts schole". Hij zou deze moeten polsen of hij genegen was ,,andermaele de novo" zich te laten ..employeren" voor het ambt van rector De mededeling, dat Meyerus vroeger rector aan de Latijnse school was geweest, kan niet anders dan op een vergissing berusten. Hoogstwaarschijnlijk was hij onder Van der Venne conrector. In elk geval staat vast, dat Charles Matthieu als Van der Venne's opvolger benoemd werd (1595) 10). Over hem noch over Adriaan Cornells van Leven, die in 1607 aangesteld werd „tot bedyenen van 't schoolampt in de Latijnsche scholen", weten wij verder iets11). Van het bestaan van Curatoren vernemen wij het eerst in 1601. In 1612 werd de rector hoogstwaarschijnlijk was dit Samuel Nothaeus bij de burgemeesters ontboden. Hem werd nadrukkelijk geboden zich te onthouden van „propoos ten". vooral omdat „daer verscheyden luyden souden werden ontsticht"12). De reden hiervan was ongetwijfeld het feit. dat Nothaeus niet rechtzinnig was 13Hieruit blijkt de soepele houding en de ruime opvatting van de Overheid. Men had er blijkbaar geen overwegend bezwaar tegen, dat een niet-recht- zinnige rector was. maar wilde toch liever moeilijkheden met de predikanten vermijden. In zijn plaats werd in 1628 Marcus Nothaeus als rector aangenomen op een traktement van 400 's jaars. Bovendien ontving hij het minerval, dat 20 gr. maan delijks per kind bedroeg 14). Vroeger was hij predikant in Ophemert geweest, doch wegens zijn Remonstrantse denk beelden had men hem afgezet. Hoewel hij deze later herriep, ontving hij niet zo spoedig weer een beroep 15Om den brode gaf hij nu les in Latijn. Toen hem, evenals aan zijn voorganger, het proponeren verboden werd, vertrok hij in 1633 naar Bommel, waar men daartegen blijkbaar minder bezwaar had dan in Goes. Als zijn opvolger zag zich David Paludanus benoemd. Deze was gehouden om yder te leeren ende t' in strueren naer sijn capaciteyt", waarvoor hij een salaris genoot van 100 gr. VI. en vrijdom van accijns op bier en wijn 16 Tevens bepaalt men, dat hij als vrije woning een huis zal hebben aan de Beestenmarkt, „twelck tot een bequame wo- 9) Not. 23 Aug. 1595. 10) Not. 16 Sept. 1595. 11) Not. 13 Maart 1607. De aanstelling geschiedde voor één jaar. 12) Not. 17 Juni 1612. 13) Zie hierover Römer, I.e., p. 86 sqq. I4) Not. 20 Juli 1628. 15) Römer, I.e., p. 88 sqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1952 | | pagina 45