9 worven door de studie van de Nomenclator van Junius45). In de vierde klasse begon men met Grieks en kwamen de eigenlijke Latijnse klassieken aan de beurt Ovidius en Te- rentius. De lectuur in de derde klasse bestond uit Vergilius, Terentius en Sallustius. Verder leerde men disticha schrijven en werd de Griekse grammatica behandeld. Behalve de theorie van de rhetorica werden ook de termen van de logica onder wezen. Als lectuur voor het Grieks dienden de Evangeliën. In de tweede klasse lazen de leerlingen op school Ovidius en Sallustius, en thuis Florus en Curtius. De Griekse lectuur bestond uit Hesiodus en Theognis, en de Handelingen der Apostelen. Dat de leerlingen ook verder geoefend werden in het vervaardigen van Latijnse verzen, behoeft nauwelijks ge zegd te worden. Pas in de hoogste klasse (de eerste) kreeg de Latijnse lec tuur grotere uitbreiding Vergilius. Horatius, Cicero, de tra gedies van Seneca. Voor het Grieks bleef deze tot de Ilias en het Nieuwe Testament beperkt. Merkwaardigerwijze werd volgens het Reglement althans aan de toekomstige theologen Hebreeuws gegeven, wat wij verder in deze tijd slechts zelden aantreffen. Ook werd er in deze klasse iets gedaan aan logica, physica en de beginselen der sterrenkunde. Zoals uit onze bespreking blijkt was dit leerplan sterk philo- logisch-theologisch gericht, doch moet toen met zijn beperkte doelstelling goed voldaan hebben. Ten slotte wordt, overeen komstig de geest van de tijd, er op gewezen dat men de jeugd vooral vroomheid dient in te boezemen en dat het gehele onderwijs hieraan ondergeschikt moet worden gemaakt46). Ook ontbreekt niet de vermaning, dat de studie van het Grieks niet verwaarloosd mag worden, wat toen veelal het geval was. In Juli 1657 besloot men, „considererende 't cleyn getal van discipulen", die de Latijnse school toen frequenteerden, de derde meester, Salomon Paludanus, te ..Iicentiëren", waarbij hem nog het salaris voor drie maanden werd uitbetaald47). Enige maanden later zag de stad zich genoodzaakt nog meer te bezuinigen. Nu is het de rector Zacharias Silvius, die van zijn ambt zou worden ontheven zodra zijn periode van vijf jaren afgelopen zou zijn. Als reden voor deze krasse maatregel, die de Latijnse school van Goes zou reduceren tot een één- mansschool, wordt niet alleen het geringe aantal leerlingen 45) Over Hadrianus Junius en zijn veelgebruikte woordenlijst, zie mijn artikel in Archief Z. Gen. 19461947, p. 52 n. 78. 46) Zo bv. ook in de bekende Hollandse Schoolorde van 1625. 47) Not. 18 Juli 1657.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1952 | | pagina 51