12 persoon, vooral daar de school ,,in redelijcken goeden toestant" verkeerde en in leerlingenaantal toenam. Voor de opengevallen betrekking meldde zich aan „een Godefridus Deys, tot nogh toe geweest zijnde pedagog van den naegelaten soon van den heer Gillis van der Nisse, heer van Waerde". Nog in dezelfde maand werd hij aangesteld op een salaris van 41 13 sch. en 4 d. 's jaars en de gebruikelijke emolumenten. Hij zou 8 st. per leerling van het schoolgeld mogen trekken, dat verhoogd werd van 2 sch. op één gulden per maand. Over de vast stelling van zijn salaris werden vele woorden gewisseld, daar men dit wilde doen „tot de meeste mesnage van de stadt" 64 „Om reden van syne goede ende getrouwe diensten" zag hij twee jaar later zijn traktement tot 50 Vis. verhoogd 65 Evenals elders was het ook in Goes gebruikelijk „tot meer dere emulatie ende encouragement van de jeught" op royale wijze prijzen beschikbaar te stellen. In 1664 bv. besloot de overheid op advies van Curatoren aan vier leerlingen, Cornelis Ossewaerde, Adolfus Westerwijck, Gerardus Verbergh en Ratheus Eversdijck, „occuperende tegenwoordigh ende consti tuerende de eerste ende hooghste classe in 't voorseyde schole ende gereed staende om met het uytgaen van de vacantie uyt de triviale studiën tot de academie te werden gepromoveert", „een convenabele praemium" te verlenen. De prijsboeken wer den geleverd door de Goese boekverkopers Ramus Smytegeld en Geraard Peuteman66). Dat rector Surendonck zich niet beperkte tot lesgeven, doch zich ook in de Goese samenleving bewoog, bewijst wel het feit, dat hij in 1666 benoemd werd tot schutter in de „Confrérie van de Ed. Bussche"67). In deze tijd beleefde de Latijnse school een nieuw tijdperk van bloei „door de menighte van nieuwe discipulen, die uyt verscheide steden ende quartieren van dese provincie aireede tot desclve sijn toegevloeyt ende nogh dagelijcks werden verwagt" 68De noodzaak deed zich derhalve gevoelen nog een derde meester aan te stellen. Als zodanig werd Johannes Nicolaij benoemd „naer gedaen rap port ende beright van sijne bequaemheit" 68Zijn traktement zou ƒ200 's jaars bedragen. Toen in Nov. 1667 Godefridus Deys een beroep als predikant te Waarde aanvaardde, werd Elias Surendonck, broer van de rector, tot conrector benoemd op hetzelfde traktement als zijn voorganger69). Na het con- rectoraat nog geen jaar bediend te hebben vertrok hij als pre- 64) Not. 16 en 23 Aug. 1662. 65) Not. 10 Juni 1664. 66) Not. 30 Juni 1664. 67) Not. 4 Oct. 1666. 68) Not. 22 Juni 1667. 69) Not. 30 Nov. 1667.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1952 | | pagina 54