14 aansien te houden" 81Zo kwam men er toe een praeceptor aan te nemen, Cornelis Boddingius, die een salaris van 33 6 sch. 8 gr. zou genieten82), dat later verhoogd werd tot 41-13-4 88Uit de opbrengst van het schoolgeld zou hij 8 st. per kind ontvangen84). Conrector Cornelis de Leeuw, die sedert 1671 de leiding van de school had gehad, werd in April 1675 door de Oost-Indische Compagnie „gebeneficieerd met kerkelijken dienst" en vertrok spoedig daarop naar Indië 85Als zijn opvolger met de titel van rector werd Johannes Willars, praeceptor aan de Latijnse school te Leiden, aangenomen. Hij ontving een traktement van 75 en de gebruikelijke emolumenten. Volgens zijn aanstelling was hij verplicht minstens drie jaar in Goes te blijven 86 Toen hij in 1678 overleed, stelde men in het begin van 1679 Zacharias Boddingius als zijn opvolger aan met hetzelfde salaris als zijn voorganger87). In Mei van hetzelfde jaar gaf hij een leerboekje uit, getiteld Progymnasmata praeparantia, waarop hem door de regering van Goes octrooi verleend werd 88). Tijdens zijn rectoraat kwam er een nieuwe schoolorde tot stand, getiteld Regulae Generales, in Schola latina obser- vandae 1681 89). Deze schoolorde geeft ons een goed beeld van de inrichting en het leerprogramma van de school. De lessen werden ge geven van 8 tot 11 en van 1 tot 4. 's Winters begon men 's morgens een half uur later. Zowel 's morgens als 's middags werden de lessen onderbroken door een speelkwartier. Woens dag- en Zaterdagmiddag waren vrij. Aangezien de vreze des Heren het begin is van wijsheid aldus de schoolorde begon en eindigde men met gebed. Zaterdags werd van 10 tot 11 uur onderwijs in de catechismus gegeven. Zoals toen algemeen gebruikelijk was, waren alle leerlingen, behalve de jongsten, verplicht Latijn te spreken. Eén hunner, de zgn. custos, noteerde de laatkomers, degenen die Nederlands spra ken en hen, die een slechte aantekening (een zgn. nota) ge kregen hadden. Aan het einde der week haalde hij het boete- geld op. Eens in het jaar werd de pot van het boetegeld verteerd op een uitstapje, dat de docenten met de leerlingen maakten. De leerlingen hadden volgens de gewoonte van de Not. 25 Oct. 1673. Not. 18 Dec. 1673. 83) Not. 21 Juni 1677. Not. 18 Dec. 1673. 85) Not. 1 Maart en 1 April 1675. Not. 19 Aug. 1675. 87) Not. 10 Jan. 1679. Not. 15 Mei 1679. Zie voor de Latijnse tekst Bijlage I.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1952 | | pagina 56