19
Mr. H. I. Roosen" 116Zij stelden derhalve aan de overheid
voor hem „eenige gratificatie te geeven", vooral daar hij op
minder traktement was beroepen dan zijn voorgangers. De
stedelijke regering besloot bovendien de rector ,,tot een blijk
van H.E.A. genoegen wegens zijn tot heeden toe gegeven
instructie en ter aanmoediging voor het vervolg, aan te stellen
tot Lector Iuris, met een vermeerdering van desselvs tractement
van 100 's jaars, waarvoor dezelve provisioneel zal gehouden
zijn jaarlijks eenige publyke lessen bij bekwame gelegenheid
na 't goedvinden der Heeren Curatoren te houden, tot zoo
lange er jonge luiden in de stad zijn, die tot de regtsgeleerd-
heid worden gedestineerd, wanneer dezelve zal verpligt zijn
om de 14 dagen zijne lessen te houden, even gelijk de Lector
Anatomiae thans doet"118). Verder stelde men ,,tot meerder
recommandatie van 't Latijnsche School" de schoolmeester
I. A. La Rue aan „om 3 maal des weeks in de school lessen te
geeven in 't schrijven, en des begeerd wordende in de gronden
van de cijfferkonst, onder het opzigt van den Rector." Hij zou
hiervoor ontvangen een „douceur van 25" 117
De aanbieding van het lectoraat in de rechten weerhield
mr Roosen niet reeds spoedig een beroep naar Haarlem
te aanvaarden (1776). Nog in Mei van hetzelfde jaar werd
mr Roelof Gabriël Bennet, conrector te Vlissingen, tot rector
benoemd 118die in September zijn inaugurele redevoering
hield 1,9Hij bleef tot 1781 in Goes en werd opgevolgd door
Everhardus van Driel, praeceptor te Groningen120). Het sa
laris van Van Driel bedroeg 700 verder had hij vrij wonen
in het rectorshuis om daarin tevens kostschool te houden 121
Wegens zijn „bequaamheden, naarstigheid, assiduiteit en an
dere hoedanigheeden" werd hij in 1783 tot Lector Historiarum
et Eloquentiae benoemd onder toekenning van een honorarium
van 16-13-4 per jaar, waarvoor hij gehouden was eens in
de maand, en wel op de eerste Woensdagmiddag, een publieke
les te geven in de Franse kerk ,22). In 1788 vertrok hij naar
Kuilenburg. Dit betekende voorlopig het einde van de Latijnse
school te Goes. Eerst bijna een halve eeuw later stelde men
nog eens een rector aan, nl. dr G. E. J. Everts (1835) 123
Zijn salaris was 700 bovendien werd hem van stadswege
het minerval van 6 leerlingen gegarandeerdhet daarop te kort
komende bedrag zou door de stad worden aangevuld. Het
116) Not. 17 Febr. 1776. 117) Not. 15 Juli 1775.
118) Not. 25 Mei 1776. 119) Not. 21 Sept. 1776.
120) Not. 28 April 1781 en 1 Dec. 1781. 121) Not. 1 Dec. 1781.
122) Not. 13 Sept. 1783. 123) Raadsnotulen 18 Juli 1835.