85
koopman vandaar te Rouaan met een Londenaar een baardze
naar Middelburg: zeelieden uit Domburg kregen, in 1547,
vrijgeleide in Schotland, en in 1566 bracht een Domburgse
schipper wijn van Malaga naar Walcheren. Maar in Boxhorn's
tijd was er ,,niet als landneeringeen sindsdien kreeg Dom
burg een gans ander karakter. Zijn ,,plaisierige gelegentheyt"
trok Middelburgse patriciërs zowel als spelerijders, de dagjes
mensen der 18e eeuw. En in de 19e eeuw werd de voormalige
smalstad een onzer bijzonderste badplaatsen met een speciale
cliëntele. In 1834 werden er de eerste baden gebruikt, in 1837
het eerste badpaviljoen gebouwd.
WESTKAPELLE
De smalstad Westkapelle de etymologie is wel zeer door
zichtig en het begrip westkaap niet meer dan fantasie van
wier kerk reeds in 1162 melding wordt gemaakt, heeft in vele
opzichten eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt als Domburg.
Ook zij kreeg in 1223 stadsrecht en in 1497 de hoge jurisdictie;
ook zij kwam in 14531477 in handen van de heer van Vere,
waardoor zij ophield een grafelijke stad te zijn. Maar anders
dan Domburg, waarvan het stedelijk karakter weinig ontwik
keld is, had Westkapelle Westkappel zeggen de Zeeuwen
daarvan toch wat weg. Het moet, althans volgens de kaart
van de Schelde van c. 1470, door Denucé uitgegeven, uitwen
dig het karakter van een omwalde stad hebben gehad1), en
deze nam Van Deventer wel in zijn atlas op (afb. 14).
Blijkens de stadsrekening 1485/6 werd Westkapelle in dat
jaar meermalen opgeroepen ter dagvaart, al is natuurlijk van
deelgenootschap aan de Staten geen sprake.
Economisch echter heeft het heel wat meer betekenis gehad.
Het .zeerecht, dat men tot Westcappelle useerteen vrij ge
trouwe overzetting overigens van de vermaarde röles d'Olé-
ron, moge meer van belang zijn voor de geschiedenis van ons
zeerecht dan een duidelijk bewijs van de aloude handelsbloei
der stad voor het einde der 13e tot het midden der 15e
eeuw hebben wij tal van gegevens over een levendig verkeer
met Engeland vooral van Newcastle en Yarmouth brachten
tal van Westkappelse schippers wol en kolen naar Walcheren,
in ruil vrnl. voor landsproducten. En hoewel nadien meer de
visserij de hoofdbron werd van hun bestaan, vinden wij tot
diep in de 16e eeuw sporen hunner nautische bedrijvigheid
1De afbeelding van Oud-Westcapelle bij Smallegange, Cronijk p. 623,
die daarvan een nog veel scherper indruk geeft, berust wel op fantasie.