123
vorm van een kabinetje hetwelk, over zijn eigen vorm ver
baasd, voorzien was van het opschrift
Dit Cabinet heb ik van doen
Het is al weer een nieuw fatsoen.
In de 19e eeuw werden zij vervangen door de met zilver
gemonteerde in verschillende vorm geslepen glazen of kristal
len flacons, die op hun beurt nu 50 jaar geleden weder plaats
moesten maken voor de vrijwel eenvormige doch verschillend
geslepen Eau de Cologneflesjes met een goud plaatje en een
gouden knop.
Zilveren snuifdozen verschijnen, behalve een vroege uit
zondering, eerst in de 19e eeuw. Zij waren versierd met
voorstellingen uit het boerenbedrijf, of wel met bloemen ge
graveerd of gearceerd.
De zilveren pepermuntdozen waren ronde of vierkante, vrij
platte dozen, effen of gegraveerd, doch heel vaak van filigrain,
die dienden om kleine perpermuntjes te presenteren wanneer
men in gezelschap was. Zij kwamen waarschijnlijk na 1870 in
de mode en bleven tot in het begin van de 20e eeuw in gebruik.
Het horloge.
Het horloge deed ongeveer veertig jaar geleden zijn intrede
in de dracht en werd in navolging van de burgerdames aan
een zilveren ketting of een zwart koordje om de hals gedragen;
het gouden of zilveren horloge werd tussen de band van de
schort gestopt. Het zwarte koordje vroeg echter een versiering
en werd op borsthoogte door een gouden ringetje geschoven,
waarop een bloemenmandje, een Zeeuws knoopje of een ander
motief van goud was aangebracht. Anderen droegen het aan
een klein zilveren kettinkje in de taille en op dezelfde wijze
verstopt, terwijl het thans door sommigen wordt vervangen
door het polshorloge.
De beugeltas.
In de Middeleeuwen droegen de vrouwen der edelen reeds
een tas, welke aan een gordel was bevestigd en van verschil
lende utensiliën, als een schaar, naaldenkoker en dergelijke,
was voorzien. In later tijd bij de gegoede burgerij algemeen in
gebruik, verschijnt zij via deze ook in de volksdrachten, om
daar tenslotte haar eindpunt te vinden.
In de 18e eeuw werden deze tassen, welke dienden tot
berging van haar geld, nog op de oude manier door de Wal-
cherse vrouwen gedragen en wel aan een lederen riem, waar
van de einden waren voorzien van zilver beslag, in de vorm