130 De rouw zal in vroeger tijd weinig of geen ruimte hebben gelaten voor sieraden, temeer daar deze ook in de gewone dracht slechts beperkt voorkwamen. In de 18e eeuw en het begin der 19e eeuw vinden wij van rouwsieraden nergens melding gemaakt, behalve een late vermelding van rouwkralen. Wij menen daaruit te mogen besluiten dat rouwhangers eerst na de gewone hangers in de mode gekomen zijn en het verschij nen van rouwhangers en rouwspelden niet vroeger te mogen stellen dan het midden der 19e eeuw. In die tijd waren de rouw hangers, de zgn. klokken, klein en van een zuivere traanvorm, bestaande uit een geslepen zwarte onyx, ten onrechte granaat genoemd. Deze was gevat in een simpele gouden manchet, welke van boven voorzien was van een gouden oog, waarmede zij aan elk der gouden krullen van het oorijzer werden gedraaid. Zij werden uitsluitend gedragen in halve rouw en zijn, na dat zij langgerekter van model waren geworden, waarbij de manchet in vele gevallen van een cantille randje was voorzien, nu reeds enkele tientallen jaren uit de mode, evenals de bij behorende rouwspelden, welke in de muts werden gedragen. De knop van deze spelden werd gevormd door een gefacet- teerde zwarte steen, gedekt door een vierarmig gouden kroontje van cantille. Hoewel de klokken geheel uit de mode waren duiken zij de laatste tijd nog wel een enkele maal op in de Domburger hoek en nu ook wel in de zware rouw, hoewel deze vroeger geen sieraden toeliet. Toen de rouwwetten nog ten volle in acht werden genomen onderscheidde men, zij het met plaatselijke verschillen, in de duur der rouw de navolgende soorten Zware rouw. De beuk en de doek waren bij deze vorm van rouw niet langer gekleurd, maar zwart om de hals droeg men doffe zwarte kralen van hout of steen aan een bescheiden gouden slot met zwarte steen of gitten, dat in later tijd ook wel ver vangen is door een zilveren slot met zwarte rozetten. Daarbij was de ondermuts van effen katoen, terwijl strikken en spelden niet werden gedragen. Het oorijzer bleef gehandhaafd, maar om dit in de muts te spelden gebruikte men spelden met zwarte knoppen. Overigens werd iedere vorm van versiering uit het costuum geweerd. De mouwen van het jak werden ontdaan van de fluwelen banden, de schort van zijn aggrement, en het spreekt vanzelf dat jakken en schorten van zwart satijn voor deze

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 156