6
Zeeland het meest Zuid-Nederlandse invloeden vertoont
men denke slechts aan de raadhuizen en doelens nergens is
zoveel door de Kelderman's gebouwd als hier is algemeen
bekend. Ook andere onderdelen der kunstgeschiedenis zien
dit gewest als een overgang tussen Zuid en Noord. Terecht
bezong dan ook een dichter Zeeland als „hart tusschen Hol
land en Vlaanderen". Men mene echter niet dat, hoezeer
historisch aan Vlaanderen verwant, het Zeeuwse land en de
Zeeuwse steden bedoeld wordt uiteraard benoorden de
Wester-Schelde -ook nu het karakter vertonen, dat zui
delijker streken der oude Nederlanden eigen is. Veranderde
staatkundige verhoudingen en oriëntatie, en vooral drie eeuwen
Calvinisme, hebben in de loop der tijden het beeld, in- en
uitwendig, wel zeer grondig gewijzigd. Gelijk in de Middel
eeuwen de Vlaamse, heeft in de latere tijd de Hollandse
invloed zich hier doen gelden. Maar ten aanzien van één
onderdeel van haar uitwendig voorkomen hebben de Zeeuwse
steden een eigen beeld vertoond zij missen de voor de Hol
landse zo karakteristieke grachten. Specifiek Zeeuws daaren
tegen is de ene haven, verbinding met „de zee" zowel als
dienend voor het handelsbedrijf, die in den regel tot ver in
de stad doordringt. Een blik op de oudste plattegronden van
Middelburg, Zieriksee althans vóór 1599 en Goes geeft
daarvan een duidelijke indruk. Maar ook aard en karakter der
Zeeuwse steden onderling zijn na de Middeleeuwen onder
invloed van tal van oorzaken uiteen gaan lopen. Niet onaardig
wordt hun verschillende gesteldheid aangegeven door het vol
gende rijmpje, dat men omstreeks 1700 te Tolen op een uit
hangbord kon lezen
Drie Middelburgers, twee koopluy,
Drie Vlissingers, twee stroopluy,
Drie Veerenaars, twee Nassauluy,
Drie Goesenaars, twee bouluy,
Drie Zierikzeenaars, twee advocaten,
Drie Tertolenaars, twee soldaten.
De hierin genoemde kwalificaties mogen niet het enige zijn,
waardoor de zes steden, die het staatkundig begrip Zeeland
droegen, zich kenmerkten, een bepaalde karaktertrek, die hen
van de andere onderscheidde, vermelden zij stellig wel. Dat
de hoofdstad vóór alles handelsstad is geweest, van haar
eerste opkomst tot het einde der 18e eeuw, toen de conjunc
tuur voor goed omsloeg, is algemeen bekend zij heeft als
zodanig, zoals nader zal blijken, door de aard van haar
handelsverhoudingen, vooral vóór de Opstand, een zeer spe-