147
tot in de 10e eeuw terugreiken. Het ligt, dunkt mij, voor de
hand, deze beide elementen met elkaar in verband te brengen.
Dat die kasteeltjes niet terugreiken tot de tijd van de volledige
Deense heerschappijen, maar dat zij ongeveer een generatie
later pas verrezen schijnen te zijn, laat zich, dunkt mij, hier
door verklaren, dat toen pas de positie van die Deense adel
enigszins bedreigd begon te worden, toen zij niet meer in de
samenhang van een leger was gegroepeerd en voor een ieder
afzonderlijk de behoefte ontstond aan een versterkt huis,
waarin hij zich, op een moment van conflict, voor een te hoop
gelopen troep boeren veilig kon achten*).
De Commissie van Redactie is dr Braat erkentelijk voor zijn bijdrage
doch hecht er aan te verklaren dat h.i. ook andere verklaringen voor het
ingewikkelde verschijnsel der vliedbergen, en zeker in een land als Zeeland,
aannemelijk moeten worden geacht.
