7
ciale positie in de economische geschiedenis van Nederland
ingenomen. De bewoners van haar rivale Vlissingen, waarin
wij meer de maritieme grootheid der Gouden Eeuw de
Evertsen's, de Banckert's, bovenal Michiel Adriaensz.
waarderen, dankten inderdaad aan de kaapvaart in die tijd
zo niet hun roem, dan toch hun welvaart, al zouden wij niet
gaarne beweren dat tweederde der Vlissingers van de „vrije
nering" bestond. En Vere, dat alleen al om zijn Schotse stapel
een unieke plaats onder de Zeeuwse zowel als onder de
Nederlandse steden bekleedt, heeft als trouwe onderdaan van
zijn markies sinds 1581 de prins van Oranje daarnaast
ook in politicis een bijzondere positie ingenomen gesecon
deerd door die andere „markiezenstad", Vlissingen, heeft het,
als wekker van het herstel der Oranje-stadhouders in de
waardigheden hunner vaderen, zelfs meer dan eens de gang
der landsgeschiedenis helpen beïnvloeden.
Hoewel Goes ook aan andere kanten van het economisch
leven deel heeft gehad in de 15e eeuw bloeide er de laken
industrie, in de 16e de pannering was het zijn van markt
centrum toch door de eeuwen heen zijn belangrijkste functie
als hoofdplaats van het bloeiende Zuid-Beveland stelde het
zich voor de landbouwbelangen kampioen. Reeds in de jaren
na de Opstand verdedigden de leiders van deze stad thans
het centrum der Zeeuwse landbouworganisaties bewust de
belangen van de landelijke stand, met name tegenover die van
het handeldrijvende Walcheren.
Wanneer wij met een enkel woord de aard van Zeeland's
tweede stad moesten aangeven, zouden wij wat verlegen staan.
Ongetwijfeld had Zieriksee in de Middeleeuwen als handels
stad zekere betekenis, als enige in het bezit van een „vitte"
factorijop het haringrijke Schonen onder de Zeeuwse steden
zelfs een unieke betekenis, en ook later was de visserij er niet
zonder belang. Maar aan de grote ondernemingen naar Oost
en West, die de Walcherse steden in de Gouden Eeuw, en
ook nog in de 18e, zo n grote vlucht gaven, had het geen deel.
Zijn triomfen vierde het, zoals het rijmpje aangeeft, toen meer
op intellectueel gebied, al valt het moeilijk er bepaaldelijk
uitstekende pleitbezorgers aan te wijzen. Kan het verwonderen
dat het dan ook Zieriksee is geweest dat, door het legaat van
mr Pieter Mogge van Renesse, bijna de eer heeft genoten een
Zeeuwse academiestad te worden
Wat, tenslotte, Tolen betreft, in de Middeleeuwen van
belang zowel om de geschiedenis van zijn heren als wegens
zo bij uitstek Zeeuwse neringen als de meekrapcultuur en de