24 te Middelburg, doch evenals in 1348 was dat slechts van korte duur in 1347 besloot ook het Schotse Parlement daartoe. Moeilijkheden in Vlaanderen, de grote afnemer van de Engel se wol, brachten de koning van Engeland er toe in 1383 de stapel van Calais, waar hij sinds 1363 was gevestigd, weer over te brengen naar Middelburg, en zes jaar lang mocht de stad zich thans verheugen in de voordelen, daaraan verbon den. Hertog Aelbrecht, die Middelburg gaarne steunde in zijn strijd tegen Brugge, had zich gehaast aan de Engelse kooplieden uitvoerige voorrechten te geven, O.a. werd hun daarbij berechting in onderlinge geschillen over schuld en andere civiele zaken door hun eigen gouverneur toegestaan, evenals in 1390 aan de Portugese natie, die tijdelijk Brugge was ontweken wij treffen hier het oudste voorbeeld voor Middelburg aan van het beginsel der exterritorialiteit, dat karakteristiek is voor de internationale handelssteden in de Middeleeuwen. Van jaar tot jaar werden de privileges der Engelsen bevestigd in 1387 werden ook laken en lood als stapelgoed aangemerkt, doch in 1388 keerden de stapelaars terug naar Calais, en slechts af en toe werd nadien een hoe veelheid wol van enige betekenis te Middelburg gewogen. Maar spoedig werd de stad het centrum in de Nederlanden van de handel in Engelse lakens, waarvan de vervaardiging juist was opgekomen. In 1392 verleende hertog Aelbrecht aan de lakenkooplieden, de voorlopers der latere Merchants Adventurers, een privilege in 1404 zijn zij stellig in Middel burg gevestigd. Zij deden er zaken met Hanzeaten, vooral Keulenaars, wier wijn zij ruilden voor hun lakens omstreeks 1417 deed de beroemde kersay zijn intrede in het Middelburgse handelsverkeer Genuezen en anderen. Maar zonder door nen was hun pad ook hier geenszins, en behouden zou Middel burg deze stapel niet. Het snel opkomende Antwerpen, dat meer voordelen bood dan de betrekkelijk kleine Middelburgse markt, trok hen sterk aan, en tegen het midden der eeuw, toen de Honte beter bevaarbaar was geworden, verhuisden de Engelse lakenkooplieden naar de Scheldestad. Werd dus reeds in de 14e eeuw Middelburg door vreemde naties afzonderlijk als stapelplaats uitverkoren en wilde het op het einde dier eeuw een ogenblik schijnen, of het als vesti gingsplaats van verscheidene koopmanskolonies een meer uni versele betekenis zou krijgen, de fortuin is ongewis en op deze kansen kon het niet bouwen. Naar middeleeuwse trant streef de de stad er naar een algemeen stapelrecht te verwerven, waardoor het de langs Walcheren varende schepen zou kun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 40