25 nen dwingen binnen haar muren te komen lossen of overladen. Zij vond gerede steun bij de landsheer, wiens (fiscale) belan gen met de hare hand in hand gingen. In 1405 verleende Willem VI aan Middelburg het privilege, dat geen goederen mochten worden overgescheept voor het land van Walcheren, tenzij zij eerst zouden worden opgeslagen binnen de stad het te betalen recht, pondgeld of cancelioen, zou door beiden worden gedeeld. In 1433 werd dit privilege door Filips de Goede nog uitgebreid door de bepaling dat alle schepen, die de Wielingen of het Veergat binnen kwamen, voor zover zij niet van zijn onderdanen waren, last moesten breken binnen Middelburg. Maar door de mogelijkheid sanctionering overigens van een reeds opgekomen gewoonte de stapel plicht af te kunnen kopen, bevatte dit de kiem der ontbinding in zich. Bovendien, dit stapelrecht was te laat gekomen en had in zijn oorsprong toch iets te kunstmatigs, dan dat het zich in volle kracht heeft kunnen ontwikkelen. Door de moge lijkheid van afkoop (compositie) geraakte het langzamerhand in verval, en in 1445 deed Middelburg er dan ook afstand van. Aan de stapelperiode in meer formele zin kwam aldus een einde voor de stapelpolitiek kwam nu het transitobedrijf op de wereldberoemde Walcherse rede in de plaats. Doch ook nadien heeft het aan de stapelverhoudingen in ruimere zin niet ontbroken ten aanzien van de westerse wijnen streefde Middelburg stapelaspiraties na en heeft het in ieder geval zich van de feitelijke stapel meester weten te maken, en met bijna alle vreemde naties", die de stad bezochten, werden voor korter of langer tijd contracten gesloten, waarbij zij zich tot vestiging aan de Arne verbonden. In 1521 deed Middelburg bij Karei V een poging de stapel te verwerven der westerse waren (wijn, weed, ijzer, olie en zuidvruchten), waarvan men verbetering van de als slecht ge schilderde toestand der stad verwachtte, doch succes heeft het daarmee niet gehad. Ook een in 1549 herhaalde poging liep op niets uit. Maar al slaagde de Arnestad er niet meer in, een algemeen stapelprivilege machtig te worden, ten aanzien van een der belangrijkstae westerse waren, de wijn, lukte dat wel. In de loop der 15e eeuw hadden de Bretons in toenemende mate dit product van Z.W.-Frankrijk van Bordeaux en La Rochelle naar Walcheren gevoerd naast hen kwamen, in de 16e eeuw, ook Hanzeaten en Waterlanders met Franse, en ook wel Spaanse, wijnen. Maar hoezeer de Arnehavens hun voorkeur hadden, de concurrenten, met name de heer van Be- veren en die van Bergen op Zoom, zaten niet stil, en van beide

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 41