27
meest frequent. Terwijl vóór 1450 wel sprake was van ver
plaatsing van de stapel van Brugge naar hier, doch zonder
kennelijk resultaat, hadden de Schotten van 1468 tot 1470 en
van 1478 tot 1483 officieel hun zetel binnen Middelburg, en
ook van 1501 tot 1506 hielden zij er hun ,,hantieringe van
coopmanscap". Maar hoewel in 1522 overigens niet van
harte de stapel er nog eenmaal neerstreek, winnen kon
Middelburg op den duur de Schotten niet, en in 1541 wist
Vere hen, voor eeuwen, aan zich te binden. Als keizerlijke stad
was Middelburg voor hen minder aantrekkelijk, daar zij dan
in oorlogstijd aan allerlei belemmering voor hun handel met
Frankrijk, 's keizers eeuwige tegenstander, waren onderwor
pen. Maar toch bleven zij ook nadien Middelburg bezoeken,
al lukte het niet meer hen tot blijvende vestiging te verleiden.
Want hier alleen konden zij zich van de nodige retourlading
voorzien ijzer, wijn, zuidvruchten en producten des lands,
die zij in ruil voor hun wol, vellen en zalm via Vere naar hun
vaderland voerden.
Het verkeer der Engelse kooplieden binnen Middelburg
moet in deze latere periode meer nog dan in de oudere, toen
zij wel niet uitsluitend, maar toch bij voorkeur deze stad be
zochten, worden gezien als onderdeel van hun bedrijvigheid
in de Scheldedelta. De beroemde jaarmarkten te Antwerpen
(Pinksteren en Bamis (1 October)) en te Bergen op Zoom
(Koude en Paasmarkt) trokken hen het meest, doch af en toe,
o.a. in 1508, hielden zij ook te Middelburg hun ,,Berghe" of
Bamismarkt de Arnestad was dus althans in die jaren inge
schakeld in dit Brabantse marktensysteem. Maar hoezeer de
Merchants Adventurers Middelburg bij tussenpozen bleven
bezoeken er wordt zelfs melding gemaakt van hun kapel
tot blijvende vestiging schenen zij niet te bewegen. In 1512
echter wist Middelburg hen door een uitvoerig contract aan
zich te binden. Tweemaal 's jaars zouden zij „naciewijs'
binnen Middelburg verkeren, waartegenover door het stadsbe
stuur, verheugd zijn hardnekkig streven eindelijk met succes
bekroond te zien, een reeks van voordelen werd toegestaan
eigen justitie, behalve in criminele zaken, gunstige regeling van
balans, linnen- en wollemaat, verschaffing van bedrijfsruimte
en vrijheid van het gebruik van vouwers, plooiers en pakkers
van de lakens. Uitzitten deed de natie de overeengekomen
periode echter niet. Daar „proffijt hier niet en was, overmits
dat veele diversche coopmanscepen, hemluyden dienende, hier
niet gebracht en wierdt" de oude klacht en velen hun
ner de lucht van het land niet konden verdragen nog lang