29 gesloten. De crisis van 1572 maakte aan deze belangrijke Bre tonse scheepvaart vrijwel een eind na het herstel was zij van zeer geringe betekenis, en omstreeks 1645 hield zij geheel op. De Bretons waren eerst sinds 1491 onderdanen der Franse kroon, maar ook uit het oude Frankrijk kwamen schippers en kooplieden naar Middelburg en Arnemuiden, de schippers van de Noordfranse en Normandische kustplaatsen en van de zeedorpen der Vendée, de kooplieden vrijwel uitsluitend uit de wijnsteden La Rochelle en Bordeaux. De Normandische schippers brachten tarwe van de Somme en wijn, die van de Vendée wijn en zout. Wij vinden een- en andermaal van privileges of gunstbewijzen gewag gemaakt, die hun werden verleend in 1539 kaapte Middelburg den heer van Bergen de „natie" van La Rochelle voor de neus weg, en tot 1556/7 vermelden de stadsrekeningen de jaarlijkse bijdrage, aan hun stadhouder betaald. Het langst van allen hebben de Spanjaarden in de Arne- stad geresideerd van 1505 tot 1564 was, onder vallen en op staan, de Andalousische „natie" er gevestigd. De eigenlijk gezegde Spaanse „natie", d.w.z. die van Castilië, trachtte de regering van Middelburg wel weg te trekken van Antwerpen, waarheen zij, Brugge verlatend, in 1488 was getogen, doch zich niet recht thuis scheen te voelen, maar tevergeefs. Niet temin verbleven velen hunner gaarne in de Arnestad waar zij zelfs, zoals wij boven zagen, door het achterdeurtje van het College van de kiezers, in de regering wisten te geraken. Ook met de „natie' van Biscaye stond Middelburg op goede voet. Koene bouwers van de zee als de Bretons, brachten zij uit de havens van Noord-Spanje vooral ijzer en wol, welke laat ste in de 16e eeuw in de Nederlandse lakennijverheid steeds groter betekenis kreeg. Brugge was daarvoor de stapel geble ven, doch daar de grote Spaanse schepen de meer en meer verzandende haven der oude metropool niet konden bevaren, werd de kostbare lading op de Schelde overgeladen in de heuden der schippers van Middelburg-Arnemuiden en Brug ge. Naar de trant der middeleeuwse bedrijfsorganisatie werd hiervoor een regeling, de zgn. voorlading, vastgesteld. Het oudst bekende voorschrift hierover dateert van 1470, het laat ste van 1568. Uit Zuidspaanse havens voerden de Basken wijn, olie en zuidvruchten aan, maar meer nog dan zij en de Bretons hebben Hanzische en vooral Waterlandse schippers dit verkeer bemiddeld. Als retourlading moeten vooral produc ten der Nederlandse textielnijverheid, met name Rotterdamse lakens worden genoemd daarnaast scheepsbouwmateriaal uit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 45