37
keerd door de proost (boven de kelders van 1255/56, waar later
de Statenzaal zou zijn). Van deze tweede abtswoning is niets
over. Maar na de grote brand, die in 1492 Middelburg trof
en waarbij ook de belangrijke kloosterbibliotheek ,,die
alderschoonste bibliothecke ende oudste boecken van heel
Zeelandt zoals Reygersberch het noemt in vlammen op
ging, werd zij herbouwd in de stijl dier dagen met beneden
de „galderye van 't witte steenwerck" met Tudorbogen, boven
de kamers van het hoofd der Abdij1). Zij werd geflankeerd
door de „toren van witten arduyn"2).
De westelijke wand van de Nederhof werd afgesloten door
's graven hof of zaal, de verblijfplaats van de landsheer bij
zijn bezoek aan Zeelands hoofdstad. Daaraan grenzende
stond aan de noordelijke wand een gebouw, waarvan de oudste
bestemming onbekend is enkele bewaarde details wezen
naar datering begin der 15e eeuw doch sinds 1483 als
„firmeriekelder"(ziekenzaal) werd gebruikt. Daaraan rijden zich
tot aan de Balanspoort, op voor Norbertijnen ietwat bevreem
dende plaats, de (jongere) kanunnikenwoningen; aan de andere
kant daarvan was oorspronkelijk een open ruimte, als „de grote
vaete" aangeduid, sinds 1562 de woning van de bij de verheffing
tot abdij opgetreden nieuwe functionaris, de vicaris. Aan de oos
telijke wand stonden oudtijds dienstgebouwen: de woningen van
kelierwaarder, proost en bakmeester, de brouwerij en de bakkerij.
Omstreeks het midden der 16e eeuw vertoonde heel deze
noordelijke boog bouwkundig een hybridisch en brokkelig
karakter. Maar de boven reeds vermelde verheffing van de abt
tot bisschop gaf Nicolaas de Castro de hem door Morillon
aangewreven disqualificatie omnia mediocriter, gaat althans
in dit opzicht niet op gelegenheid tot een glorieuse bouw-
bedrijvigheid3toen een nieuw logeerhuis (later woning van
successievelijk prefect, gouverneur en Commissaris der Ko
ningin) en kanunnikenwoningen (het huidige rijksarchief) en
het bovengenoemde vicarishuis werden opgetrokken en het
plein de gestalte kreeg4) die tot onze tijd is bewaard.
1) Ook de bibliotheek schijnt te zijn hersteld. Althans, in 1574 deed
de regering van Leiden moeite deze „schoone iibrarie" te verwerven.
2) Bij de restauratie van 1890 vlg. is aan de westelijke muur deze arduin
vervangen door baksteen, hetgeen bij die van 1954 is gehandhaafd, zij het dan
dat i.p.v. namaaksteen der vorige restauratie oude baksteen is aangewend.
3) Ook de vernieuwing van het in 1568 door de torenbrand zwaar
beschadigde gewelf der Koorkerk, waarin zijn wapen is aangebracht, en
de uitbreiding der Nieuwe Kerk in 1571 zijn aan hem te danken.
4) De gebouwen aan de oostwand, laatstelijk Polderhuis en Hotel de
Abdij, kregen rond 1700 een nieuwe huid en nieuwe ramen.