39 vond. Het daarbij opgevoerde „spel" geschiedde in het openbaar op de Markt in 1553 werd het spel van de Verloren zoon opgevoerd, in 1557 de tragedie van Sint Jan en mag dus als een culturele manifestatie worden aangemerkt, waardig com plement van de kleur- en beeldrijke processies, die met volks dansen „morissendans"en „veel spels" gepaard gingen. De rederijkers, wier kamer, Het Bloemken Jesse genaamd (afb. 11), volgens overlevering in 1430 zou zijn ontstaan, doch waarover wij eerst voor 1444 enige houvast hebben en van wier inrich ting een ordonnantie van 1515 een duidelijk beeld geeft, droe gen mede daartoe met hun „staande spelen", „spelen van sinnen" of „esbatementen", meerdere malen 's jaars op hoge feestdagen op of vóór het stadhuis gehouden, het hunne bij. Ook van de kerkelijke caritas dient voor deze periode mel ding te worden gemaakt. Betreffende het Heilige Geesthuis is niet meer dan de naam bewaard in een rekeningpost van 1490; na de Overgang is dit als Groot armhof blijven voortleven. Het Klein armhof, het Sint-Annahof bij de kapel der Bogarden de latere Waalse kerk) en het Sint-Antheunishof moeten even zeer uit deze periode stammen ten dele hebben zij, mutatis mutandis, tot in onze tijd hun taak vervuld. Belangrijker en blijvender waren de organen der ziekenzorg. Het vermoedelijk door een kerkelijke broederschap gestichte O.L.V.huis, later Sint-Barbaragasthuis genaamd en na de overwinning der Re formatie alleen maar „het Gasthuis", dateert stellig uit de 13e eeuw, doch het oudste schriftelijke gegeven is eerst van 1308. Het diende aanvankelijk voor passantenhuis, later ook voor proveniers en zieken, om ten slotte, zich tot het laatste bepa lend, voort te leven tot de huidige dag. Zijn levensloop is be schreven in de aantrekkelijke studie, die dr Schoute daaraan heeft gewijd. Voor de pestlijders, die aanvankelijk bij Sint Barbara wer den verpleegd, kwam in 1562 een eigen gebouw, het Pesthuis, dat tot 1734 in de stad was gevestigd, daarna er buiten voor de melaatsen het Leprooshuis, dat reeds in de aanvang der 15e eeuw genoemd wordt en in 1641 werd opgeheven. Het einde van het middeleeuwse Middelburg, De geestelijke beweging, door maatschappelijke veranderin gen voorbereid, die in de loop der 16e eeuw het aangezicht der oude wereld zou wijzigen, liet ook Middelburg niet onberoerd. Dat de vrome bewoners van het klooster er aanleiding toe zouden hebben gegeven wordt nergens bepaaldelijk vermeld, doch een in 1523 ingesteld onderzoek naar de kerkelijke toe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 59