42 wanhopige poging tot het ontzet van de voor haar even be langrijke stelling. De landvoogd rustte in Antwerpen een grote vloot uit, die eind Januari 1574, gesplitst in twee groepen, de beide Schelde-armen afvoer. Maar de 29e werd de hoofdmacht tussen Bergen op Zoom en Reimerswaal door de Geuzenvloot onder Boisot en Joos de Moor in een kort, doch hevig gevecht verpletterend verslagen het andere deel, dat tot Breskens was gekomen, trok nu in allerijl naar Antwerpen terug. Mid- delburg's lot was bezegeld. De 18e Februari capituleerden Mondragon en de troepen, de volgende dag de stad zelf (afb. 8). Maar niet door onderhandeling, doch uit ,,eygen vorstelijcke ghenade" des Prinsen kwam de regeling der voorwaarden tot stand. En deze waren niet mals. Een zware oorlogsschatting werd opgelegd aan de stad, die zo lang de zijde des Konings had gehouden na eindeloze onderhande lingen werd zij in 1576 vastgesteld op 100.000 gulden, een derde van het oorspronkelijke bedrag„papen en monicken" mochten de stad vrijelijk verlaten, evenals aan de troepen, be houdens uitwisseling van gevangenen, was toegestaan de burgers zouden hun koopmanschap mogen drijven en de pri vilegiën als vroeger gebruiken, onder voorbehoud echter dat Vere .Vlissingen en Arnemuiden naar hun verdienste zouden worden „voersien". De uitwerking van deze bepaling was voor het middeleeuwse Middelburg, dat kort daarvoor grote schade had geleden door de Allerheiligenvloed van 1570, weinig minder dan ruïneus. Bij de nieuwe organisatie van Walcheren, die in Maart reeds haar beslag kreeg, werd de vroegere, over heersende positie der hoofdstad zeer ingeperkt. Aan de oude concurrenten werd een deel geschonken van de rechtsmacht over het platteland, zowel wereldlijke als geestelijke, die aan Middelburg werd ontnomen slechts ongeveer een derde bleef haar over. Ook kregen zij aandeel in het bestuur over de pol der1). Arnemuiden, het door Middelburg eeuwenlang aan eigen belang ondergeschikt gehouden Arnemuiden, werd tot stad verheven en kreeg mede een, zij het gering, aandeel in 1) Hoogtepunt in het aandeel der stad in het bestuur over Walcheren waarin zij, zoals wij boven zagen, reeds in de 14e eeuw medezeggenschap had, met name t.a.v. het dijksbeheer, was de verwerving geweest van het dijkgraafschap van de Zuid- en Westwatering in 1533, dat zij tot 1805 heeft behouden. Minder belangrijk, maar typerend voor de verhoudingen zowel als voor de aspiraties der stad was Middelburg's vindicatie van de benoeming van de griffier van Walcheren, waarover in 1565 een hevige strijd werd ge voerd (zie regestenlijst copulaatboeken hfst. VII i.d. 1565 Aug. 25). 12 Jan. 1572 was hierover tussen partijen de abt, de Eerste edele, een der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 62