53
ties met kooplieden uit Ierland sprake. Eén goede kans echter
ontging Middelburg. Don Palache, gezant van de keizer van
Marokko, stelde in 1591 de magistraat voor Portugese bal
lingen, d.w.z. Joden, in Middelburg op te nemen en hun vrij
heid van godsdienst toe te staan. Zij zouden door hun rijk
dom de stad tot een bloeiend handelscentrum hebben kun
nen maken, maar de predikanten maakten bezwaar, en de
Portugese Joden vestigden zich aan de boorden van de Amstel
in plaats van aan die van de Arne
Toch herleefde het verleden voor Middelburg niet, en de
passieve handel, waardoor het in de vorige periode was ge
karakteriseerd, kwam niet terug. Niet weinig gestimuleerd
door tal van Antwerpse emigranten opvallend is het groot
aantal makelaars ontwikkelde zich nu echter een eigen
handel waarvoor de kiem in de vorige periode was gelegd en
die Middelburg in de eerste helft der 17e eeuw voor enige tijd
tot de tweede handelsstad der jonge Republiek heeft gemaakt.
Toch hoede men er zich voor, in de Arnestad de erfgename
van de Scheldestad te zien. De „val van Antwerpen" in 1585,
die het „economisch landschap" de Scheldedelta brak, was
zelfs voor Middelburg niet geheel zonder bedenking in plaats
van in het centrum, als in de vorige periode, kwam de stad,
na de fenomenale ontplooiing van Amsterdam en later van
Rotterdam en de verplaatsing van het zwaartepunt naar het
Noorden, te liggen in een uithoek van het nieuwe economisch
bestel, hetgeen althans op den duur funest zou blijken. Uit de
Bestands jaren vernemen wij sombere klanken vermoede
lijk door het vervallen van de voordelige kaapvaart maar
na 1627 vertonen de opbrengsten der convooien en licenten,
met enkele onderbrekingen de eerste Engelse oorlog was
uiteraard ook hier wel zeer funest tot 1660 zeer bevredi
gende cijfers. Maar de gestadige ontwikkeling van Rotterdam
wierp hierop een schaduw. Reeds vóór 1620 schijnt de handel
in Franse wijnen, een der hoekstenen zoals wij zagen van
Middelburg's grootheid in de 16e eeuw, zich naar de Maas te
hebben verplaatst ten minste, in 1605 noemde de Rotter-
1Een halve eeuw later echter was hier een kleine Portugees-Joodse
gemeente, die enkele jaren later aanzienlijke uitbreiding kreeg toen vele
Joden uit Brazilië in ons land een toevlucht zochten. Een hunner voor
mannen was de grote koopman Paolo Jacomo de Pinto, in wiens huis
(thans Rouaanse kaai 17) synagoge werd gehouden. Van deze „kolonie",
die in het begin der 18e eeuw, de onverdraagzaamheid en de plagerijen
van de Kerkeraad beu, vrijwel was verdwenen, was afkomstig de begraaf
plaats aan de Jodengang, waar o.a. de geleerde dr Samuel Menasseh ben
Israël is begraven het jongste graf is van 1721.