56 Reeds in 1578 vond een uitbreiding plaats ten noorden van de Dam, waar de wijnhandel zich concentreerde; van 1595 tot 1598 volgde een grote uitlegging der stad met het terrein tussen de huidige binnengrachten en de singels, waardoor de ring voor de derde maal werd gesloten. Met deze uitlegging, die het oppervlak der stad verdrievoudigde van 48 tot 156 ha was, stedebouwkundig gesproken, haar ontwik keling feitelijk voltooid. Om de middeleeuwse kern bouwden of vernieuwden de 17e en 18e eeuw de onvolprezen kaden met hun statige gevels in barok- of Lodewijkstijl (zie afb. 12), terwijl de buitenkanten voor het bedrijfsleven werven, drape- riebedrijven, houttuinen e.d., werden bestemd. Zij bood niet alleen werk, doch ook woonruimte voor de steeds groeiende bevolking, die in het derde kwart der 17e eeuw met 30000 zielen haar hoogtepunt heeft bereikt1). Het beeld van de economische bedrijvigheid van Middel burg in de 17e en 18e eeuw wordt niet alleen gekenmerkt door de snelle opbloei van de eigen handel, doch tevens door de richting, die deze handel nam en door de aard der waren, die er werden verhandeld. Aan de zo uiteenlopende artikelen van het Europese verkeer der Middeleeuwen, aan de gevari eerde exotische textielwaren, die de agenten van het Leidse koopmanshuis van Daniël van der Meulen in de laatste dekade der 16e eeuw op de Middelburgse markt brachten came- lotten, grogreynen en diverse zijdestoffen werden nu behalve de peper en andere specerijen en het porselein uit Oost-Indië en suiker, tabak en chocolade uit de West, zo exotische waren als goud, voor het smelten waarvan op de werf der W.I.C. in 1627 een „bequaem fournais" was ge maakt, struisveren, olifantstanden, amber de gris en gom toegevoegd. De Oost- en, wat later, de West-Indische Com pagnie hebben voor deze periode op de Middelburgse welvaart zeer beslissend haar stempel gedrukt. Welke van beide het belangrijkst is geweest, valt moeilijk te zeggen. Hoewel de uitreding naar de Oost niet overweldigend was in de periode 16031793 bedroeg het gemiddelde blijkens de uit loopboekjes 5.7 schip per jaar 10 of meer schepen (en dan maximaal 12) zijn over die jaren slechts vijf maal uitgerust zou men op grond van het verschil in opslagruimte willen (T.K.N.A.G. 1921 p. 36) kwam op grond van een enigszins eigenaardige berekening voor 1564, op welk jaar hij de kaart van Van Deventer stelde, tot 5500 inwoners. 1) Thans bedraagt deze, na de jongste grenswijziging, nog geen 22000 zielen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 76