IX
de door niets gesteunde veronderstelling, dat bedoeld altaar
zich wellicht in Amerika bevindt (Espérandieu, 1925, Receuil
général, t. 9, p. 5474).
De min of meer complete altaren en een aantal losse frag
menten, die in 1890 naar ons museum zijn overgebracht,
bleven daar ook in Mei 1940 gespaard, maar wel zijn toen de
fragmenten door elkaar geraakt. Mevrouw Hondius-Crone
heeft nu, na een studie van alle in handschrift en literatuur
beschikbare gegevens over deze te Domburg gevonden altaren
en beelden, met grote volharding de oorspronkelijke plaats van
alle fragmenten terug weten te vinden en enkele altaren we
derom uit de fragmenten samengesteld. De kennis, die de heer
J. M. Hondius van beeldhouwwerk heeft, was daarbij van veel
betekenis. Dank zij alles, wat de heer en mevrouw Hondius
hieraan ten koste hebben gelegd, is deze belangrijke collectie
nu beter geordend en beter voor onderzoek toegankelijk dan
te voren, al laat de bergplaats der niet ten toon gestelde stuk
ken veel te wensen over. Naar de publicatie der resultaten
van het onderzoek wordt met belangstelling uitgezien.
De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
te Amersfoort heeft, met medewerking van Zeeuwse instanties,
ook in het verslagjaar wederom opgravingen in Zeeland ver
richt, en wel te Aagtekerke (bergje), Aardenburg (St. Bavo),
Grijpskerke (bergje), Renesse (kerk) en Sirjansland (dijk).
De onderzoekingen van deze Dienst in Zeeland zijn tot
dusverre tot de Middeleeuwen beperkt gebleven. In een bijeen
komst in Januari 11., waarbij Uw conservator aanwezig was,
heeft deze erop gewezen, dat de aard en vorm der Provin
ciaal-Romeinse en de daaraan voorafgaande inheemse neder
zettingen in Zeeland nog geheel onbekend zijn, hoewel na
1945 voldoende indicaties voor opgraving van zulke neder
zettingen gevonden zijn. Het resultaat van zulke opgravingen
zou niet alleen cultuurhistorisch van belang kunnen zijn, maar
ook voor de kennis van periodiciteit der hoge vloeden en over
stromingen, waarvan de datering in deze periode voor een
groot deel op archaeologische gegevens moet berusten.
In afwachting van zulk systematisch onderzoek in het ter-