61
oorlog en de daardoor veroorzaakte run, een paar dagen ge
sloten, en daarna slechts zeer beperkt weer opengesteld. Doch
na het herstel sinds 1681 werd het kredietbedrijf door de bank
op steeds groter schaal uitgeoefend op den duur werd het
zelfs gewoonte, dat men bepaalde effecten (obligaties van
Zeeland, Middelburg en Walcheren, benevens aandelen der
O.I.C.) tegen matige interest bij haar kon belenen. In de
18e eernjv het aantal rekeninghouders bereikte in 1770 met
750 zijn maximum waren de Leenbank, de O.I.C. en enige
belangrijke ondernemingen haar voornaamste debiteuren. De
economische en politieke moeilijkheden van het laatste kwart
der 18e eeuw, met name ook min of meer „bevroren" credieten
aan de stad Middelburg, brachten de Wisselbank aan de rand
van de afgrond. In 1794 werd zij tijdelijk gesloten; in 1802
werd een nieuwe ordonnantie vastgesteld, waarin het doen
van beleningen een der hoofdbestemmingen der bank wordt
genoemd, doch eerst in Januari 1806 kon zij worden heropend.
Aldus hernieuwd en gewijzigd, heeft zij nog tot het einde van
1878 bestaan, onderbroken slechts door de moeilijkheden tij
dens de Belgische Opstand, maar haar karakter was nu geheel
anders dan in de bloeitijd der Bank en der stad het geval
was geweest.
Als steun van de handel moeten verder nog worden vermeld
de bovengenoemde Kamer van assurantie en de Commissaris
sen van het zee- en waterrecht. Verder het Collegie van koop
lieden, in 1720 in het leven geroepen en blijvender dan de
schepping van De Moucheron, dat via de Chambre de Com
merce en de Kamer van Koophandel en Fabrieken tot 1922
een vertegenwoordiging van de Middelburgse handel op zich
zelve is geweest. Middelburg heeft dus de oudste Nederlandse
Kamer van Koophandel. Dat jaar 1720, in de geschiedenis
van ons vennootschapsrecht bekend als het jaar der moderni
sering, was echter ook uit ander oogpunt voor Middelburg
van belang als gevolg van de toen allerwege in de Republiek
zich openbarende „Gründungsfieber" werden hier de Assu
rantie en de Commercie Compagnie gesticht. De eerste heeft
tot 1814 haar bedrijf uitgeoefend de Commercie Compagnie,
die een kapitaal had van 5 millioen, dat echter spoedig werd
gehalveerd, heeft tot het begin der 19e eeuw schepen uitgereed
en daarna als scheepswerf die overigens met haar tijd mee
ging en gedurende de laatste 20 jaar van haar bestaan ook
reparatie van stoomwerktuigen verzorgde tot 1888 het
leven gerekt. In Januari 1721 voeren haar eerste schepen uit
voor reizen tussen de Oostzee en Frankrijk, spoedig door