63 jaren, toch niet bijzonder gunstig inwendige oorzaken -er werd op grote schaal door haar personeel, en zelfs door be windhebbers, gesluikt zowel als algemeen-economische en politieke hebben hiertoe geleid. Toch heeft de Commercie Compagnie voor het Middelburgse handelsleven der 18e eeuw stellig grote betekenis gehad. Veel minder was dat het geval met de Sociëteit ter navigatie op Essequebo. Deze was in 1771 opgericht, nadat een in 1754 daartoe ondernomen poging, die een eind zou maken aan de jarenlange strijd met de W.I.C. over de vrije vaart op deze kolonie, die in 1670 aan de Zeeu wen was toegestaan, op niets was uitgelopen. Doch reeds voordien hadden ook particuliere Middelburgse firma's, o.a. Spoors en Sprenger, in dat deel van Guyana hun plantages. De Sociëteit, wier kapitaal aanvankelijk 3, daarna 4 ton be droeg, kwijnde na een aanvankelijk succes spoedig weg in 1794 was zij totaal verdwenen. Zo waren ongeveer terzelfder tijd en door dezelfde oor zaken de slagen van de vierde Engelse oorlog (ondanks tijdelijk gewin op Sint-Eustatius) en van de veranderde verhoudingen de ondernemingen, die het Middelburgse handelsleven in deze periode hadden gedragen, één voor één gevallen. En de daarop volgende jaren, die der Napoleontische oorlogen, brachten het de doodsteek toe. Hoewel in betekenis, zowel voor het economisch beeld der stad als op zich zelve, ver achter staande bij het belang, dat de handel er heeft gehad, dient met een enkel woord nog melding te worden gemaakt van de nijverheid, die er wel niet heeft gebloeid, maar er toch is uitgeoefend. Het belangrijkst waren daarbij de lakennering en de bedrijven, die ook voor de kunstnijverheid1) betekenis hebben gehad: de tapijtweverij van Jan de Maeght, tussen 1590 en 1595 hier gevestigd en door hem en zijn zoon Laurens tot 1627 gedreven, de glas- fabricage, in 1582 begonnen toen aan Govaert van der Hae- ghen uit Antwerpen, „meester van den cristalynen glaesen te blasen", faciliteiten werden verleend; deze is voortgezet door de Italianen Mioto en Fabri (1607) en Promontorio (1642) en wordt gedurende de gehele 18e eeuw onder diverse di rectie vermeld. Verder de klok- en geschutgieterij, door Jan 1Nog onder de vorige periode valt een bedrijf, dat economisch niet bijzonder belangrijk is geweest, maar uit kunsthistorisch oogpunt des te meer, dat van de geleierspottenbakkers Joris Andries' zone en Adriaen Ingels zone (1565 vlg.), het eerste voorbeeld van majolica-fabricage in de Noordelijke Nederlanden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1954 | | pagina 87