73
door een Natuurkundig Genootschap voor dames gesecon
deerd dat tot 1887 heeft bestaan heeft het zich in zijn
lange leven aangepast aan de veranderde omstandigheden en
bloeit, lezingen gevend op het gebied der exacte wetenschap
pen, nog steeds. Een zijner patricische leiders uit de eerste
tijd, mr J. A. van de Perre van Nieuwerve, bekend maecenas
in het laatste kwart der 18e eeuw, schonk het Gezelschap te
zamen met de in 1778 opgerichte Teekenacademie t), waaraan
bovengenoemde Perkois de schilderkunst, Coenraad Kayser
de architektuur doceerden, in 1787 een groot huis. het Mu
seum Medioburgense. Ook het departement Middelburg van
het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, dat in 1769
te Vlissingen uit een Frans leesgezelschap was opgericht en
in 1801 zou worden overgebracht naar de hoofdstad, waar
sinds 1784 een departement" was gevestigd, trok er in. Van
de Perre's streven ging nog verder hij was de geestelijke
vader van een organisatie van het wetenschappelijk leven in
Middelburg, die met een modern woord als volksuniversiteit
zou kunnen worden aangeduid, en als leider van welke hij
J. H. van der Palm bestemde, de later organisator van het
onderwijs en hoogleraar, die hij als huisprediker aan zich had
verbonden. Doch Van de Perre's vroege dood in 1790 en de
kort daarna ingetreden staatkundige veranderingen verhinder
den de uitvoering van dit plan.
Minder betekenisvol dan de beoefening der natuurweten
schappen was in deze periode die van wat wij de geestes
wetenschappen noemen. Het belangrijkst zijn nog de geschied
kundigen geweest. Aan het begin staat de figuur van Jean
Francois le Petit, notaris te Middelburg tussen 1593 en 1613,
vertaler en continuator der Divisiekroniek, auteur van de
posthuum verschenen Nederlantsche republijcke, een werk,
waarin men vele nauwkeurige bijzonderheden omtrent Zeeland
aantreft, die men bij andere geschiedschrijvers tevergeefs
zoekt. Ook Jacob van Grijpskerke, die onder de titel ,,'t Graaf
schap van Zeeland" een merkwaardige tegenhanger van Box-
horn's kroniek schreef, die pas twee eeuwen later zou worden
1) Hoewel financieel nooit sterk, heeft de Teekenacademie in haar
eerste jaren ook „teekencollegie" genaamd als tekenschool een nuttige
functie vervuld een harer bekendste leerlingen was B. C. Koekkoek. In
1840 verliet zij het Museum Medioburgense en werd zij gevestigd in een
huis in de Sint Pieterstraatin de jaren '60 werd zij als school opgenomen
in de Burgeravondschool. Omstreeks 1900 liquideerde zij haar bezittingen
en heeft sindsdien zich door het verlenen van steun op kunstgebied haar
ontstaan en verleden indachtig betoond.