76 aangeleerde regelen der prosodie en quantiteit der syllaben te te doen verkrijgen om voor te komen, dat bij opentlijke rede voeringen het gebrek hunner onkunde in de pronunciatie niet telkens in het oog loope." Ook wensen curatoren, dat de meer gevorderde leerlingen geoefend worden in het spreken van Latijn. Er behoort ook les gegeven te worden in mythologie, Romeinse oudheden, logica, algemene geschiedenis en oude aardrijkskunde. Curatoren nodigen de rector uit, „ten einde van tijd tot tijd de gewenschte proeven te zien van de ge maakte vorderingen in het meer rigtig, naauwkeurig en doel matig onderwijs der onderscheidene leerlingen", om aan hen vóór de twee halfjarige examina proeven van thema's of op stellen in het Latijn en van vertalingen in het Nederlands te doen toekomen. Ten slotte delen zij mede dat deze aanschrij ving geen ander oogmerk heeft „dan om de reeds verflaau- wende luister dezer school zoo mogelijk te herstellen." Toen Van der Palm deze aanwijzingen niet vermocht op te volgen, vroeg hij in 1829 ontheffing uit zijn functie van rector en aanstelling tot conrector, „functie doende van prae- ceptor op een tractement, aan deze werkzaamheden even redig"17). Van der Palm, die nu als conrector dienst deed, bleek echter ook in die functie niet te voldoen. Zijn opvolger in het rectoraat, dr. G. van Wieringen Borski (18291835), had veel moeite met hem. „De Heer Conrector heeft van tijd tot tijd nijdige vlagen en ongelukkig de leerling, die het digst bij hem zit. Spoedig loopt hij met een gezwollen wang, half blauw oog of bebloede neus"18). Het gevoelig verlies, dat de school leed door het vertrek van Van Wieringen Borski naar Delft, waar hij eveneens als rector optrad (1835), werd goed gemaakt door de benoeming van de bekwame docent dr. A. Schneither (18351841 Ook voor deze betekende Zieriksee een doorgangshuis, want hij vertrok reeds in 1841 naar Gro ningen. waar hij als rector beroepen was. Dr. Hendrik Marinus de Bruyn de Neve Moll 18421880), die zijn ambt op 1 Jan. 1842 aanvaardde, was de laatste der Zierikseese rectoren. C. J. van der Palm legde in 1846 eindelijk het ambt van con rector neer en werd vervangen door dr. Christianus Wilhelmus Volcke. Deze verwierf grote bekendheid als samensteller van enige Latijnse themaboeken, die zulk een voortreffelijk oefen materiaal boden, dat zij tot in onze dagen in gebruik zijn ge bleven. De titel van de schrijver litt. hum. dr., theor. philos. 17) Not. Raad van Zieriksee 23 Sept. 1829. 18) Stuk gedateerd 30 Jan. 1834.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 100