XII
verguld zilveren coupe, in 1881 aan dr. J. C. Bolle aangeboden
door de Engelse regering wegens verleende chirurgische hulp
aan Engelse schipbreukelingen, en thans aan het Genootschap
geschonken door diens dochter mej. mr. Anne Bolle.
De conservator van het Kabinet van Natuurlijke
Historie bericht
Op 6 Maart 1955 overleed te Middelburg Cornelis Brakman
op 75-jarige leeftijd. In hem heeft ons Museum een trouw en
bekwaam medewerker verloren. Reeds in het begin van zijn
loopbaan als onderwijzer had hij een grote belangstelling
voor wiskunde en natuurwetenschappen. Verschillende takken
hiervan heeft hij later intensief beoefend. De kennis van de
recente en fossiele flora en fauna van Zeeland is door zijn
werkzaamheid zeer toegenomen. Hij heeft steeds begrepen,
dat verzamelen om het bezit alleen doelloos is, maar dat een
collectie van zoölogische en botanische voorwerpen noodzake
lijk is als bewijsstukken voor de biogeografie, en dat zulk
een collectie tevens de mate van variabiliteit van levende
wezens kan doen blijken, hetgeen een weg is om iets te weten
te komen over de oorsprong der soortsverschillen. Om een
collectie van dit peil samen te stellen is het nodig op alle
vindplaatsen van een soort te verzamelen, en op iedere vind
plaats moet het monster uit een groot aantal exemplaren be
staan, met nauwkeurige notities omtrent localiteit en tijdstip
van de waarneming.
Niet alleen bij het verzamelen, ook bij het bepalen van de
soort ging hij op wetenschappelijke wijze te werk. Leken
menen, dat men met behulp van een determineertabel op een
voudige wijze kan vaststellen, tot welke soort een natuurhisto
risch voorwerp behoort. Brakman, met zijn geoefende blik en
grote kennis van de literatuur, begreep, dat iedere afgrenzing
van een soort slechts een werkhypothese is, die door iedere
generatie van onderzoekers opnieuw kritisch beoordeeld moet
worden.
Voor de vermeerdering onzer kennis van de Pliocene mol-
lusken in Zeeland, en daarmede van de geologische geschie-