2 toen het noordoostelijk deel van Walcheren van Floris V tot onsterfelijk, d.i. bij ontstentenis van een zoon niet aan de grafelijkheid terugvallend doch op de oudste dochter verer vend, leen. Hij heeft in het derde kwart der 13e eeuw hier belangrijke bedijkingen doen verrichten o.a. is toen de Zand dijkpolder 2ontstaan of herdijkt. De grondslag van de latere hoge positie der heren van der Vere, ook voor de stad van zoveel belang 3), was hiermede gelegd. Aan de oever van de Lemmel, zoals dit deel van de waterplas tussen Walcheren en Beveland toen werd genoemd, vormde zich in de nabijheid van de heerlijke burg, de Sandenburg, het „visschershieken" haven), dat later Vere worden zou. In de 14e eeuw moet dit zich snel en voorspoedig hebben ontwikkeld. In 1348 werd Vere als zelfstandige parochie van Zanddijk afgescheiden, en in hetzelfde jaar werd een begin gemaakt met de aanleg der stadsvesten, die in 1358 door hertog Aelbrecht werd geschorst doch nadien in 1390 onder heer Hendrik II werd voltooid. Ook tolvrijdom werd, bij opeenvolgende privileges, aan de bewoners verleend. Inmiddels had de jonge gemeenschap stadsrecht verworven, dat echter niet is overgeleverd de uitdrukkelijke uitzondering uit 1355 van het verbod, buiten besloten steden lakennering 4uit te oefenen, veroorlooft echter het aannemen van Vere's stadswording vóór dat jaar. Omtrent het aandeel der stad in de bekende strijd dier dagen hebben wij geen enkele aanwijzing, maar dat haar heer een ijverig Hoeksgezinde was staat vast. Uit de tweede helft der 14e en het begin der 15e eeuw hebben wij over de lotgevallen der jonge stad uiterst weinig gegevens, en slechts omtrent handel en scheepvaart staan ons wat uitvoeriger berichten ten dienste, die ons tevens de snelle ontwikkeling doen begrijpen. De verklaring der stadsregering, uit 1367, dat de viskopers van Antwerpen meer dan 40 jaren gewoon waren verse en gezouten vis op de Veerse markt te komen kopen geeft een inzicht in de betekenis van Vere's 2) De kerk in (het ambacht) Zanddijk, „dewelcke altijt die hooft- kercke van Campveer geweest is", zegt Smallegange, wordt al eerder, nl. in 1216, genoemd. De echtheid der copie van een charter van 1153, waarin reeds hiervan sprake is, is aan gerechte twijfel onderhevig. 3) Het nauwe verband tussen beiden blijkt ook uit het Veerse wapen, een schip met twee stadstorens, tussen welke het wapen der heren van Borsele is aangebracht. 4) Overigens is van lakennering in Vere weinig bericht. In 1423 wordt het gilde der wevers genoemd, dat in 1593 nog bestond, doch daarna teniet ging. In het belang der lakensnijders, die concurrentie ondervonden van die van Amiens, werd in 1556 de verkoop door buitenlanders beperkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 16