3 hoofdnering zijn tegenhanger vindt dit in een dergelijke mededeling uit 1387 dat de Veerse kooplieden steeds de markten der Scheldestad hebben bezocht en er koren, zout, haring en andere waren hebben gebracht. Van vrij grote omvang was de Veerse scheepvaart op Engeland. Reeds tussen 1294 en 1297 wordt een Verenaar in Newcastle aangetroffen, die er met wol en wolvellen werd bevracht vooral na 1345 komen wij Veerse schippers, en daarnaast ook kooplieden, in verschillende havens van Engeland tegen, waarheen zij lands- producten een enkele maal ook waren uit het Zuiden voerden en vanwaar zij behalve wol ook lakens en steenkolen terugbrachten, niet alleen naar Walcheren, doch ook verder weg. Verenaars voeren voor Engelse rekening in 1403 naar Schonen naar Calais, toen overigens een Engelse stad, brach ten zij wol, naar Bordeaux tarwe uit het eilandenrijk. En zelfs tot Italië strekte hun vaart zich uit in 1393 voer een Veerse schipper, door Italianen in Engeland bevracht, daarheen, en in hetzelfde jaar werd een andere Verenaar in Pisa gevangen gezet. De grondslag voor Vere's bloei, die in de loop der 15e eeuw zich zo zeer zou ontplooien, was gelegd. Hoewel de geschiedenis van Vere in de middeleeuwse periode niet met die zijner heren mag en kan worden geïden tificeerd, de samenhang tussen beide is toch zo groot dat zij niet los van elkaar kunnen worden gezien. Van de opvolgers van bovengenoemde eerste Wolfert, die als regent van Holland ook op groter toneel een rol heeft gespeeld tot zijn gruwelijke dood in 1299, is weinig meer bekend dan dat zij beurtelings Wolfert of Hendrik heetten, maar in het eerste kwart der 15e eeuw trad in Hendrik IV een heer naar voren, die zowel door zijn eigenschappen als door de lange duur zijner regering meer dan 60 jaren op de geschiedenis van zijn huis en van zijn stad de stempel zijner krachtige persoonlijkheid heeft gezet. Als vorst en als hoog ambtenaar in 1428 was hij een der leden van de Raad van Holland, van 1436 tot 1441 rent meester van Zeeland Bewesten Schelde, daarnaast dijkgraaf van de Oostwatering op Walcheren5) en van de wateringen Bewesten en Beoosten Ierseke als vlootvoogd in de strijd tegen de Hanzeaten (1438) en in de Engelse successie-oorlog van 1470, en als zakenman hij reedde schepen uit voor eigen rekening heeft hij uitgemunt. Ook kaapvaart0) was hem 5) Reeds in 1396 was de heer van Vere door de landsheer benoemd in het college, dat toezicht moest houden op de dijkage van Walcheren. 6) Sporen van zeeroof door Verenaars dateren al van 1327, kaapvaart tegen de Schotten werd in 1413 toegestaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 17