6
Pasen tot Juli van dat jaar was Vere namens Filips de Schone
bezet om het tegen de Vlamingen en andere vijanden van de
landsheer te bewaren. Wolferts dood in het voorjaar van 1486
maakte een eind aan de moeilijkheden. Met hem stierf het
huis Borsele in mannelijke lijn uit en eindigde de tijd dier
feodale heren, die vaak meer vorsten dan leenmannen hadden
geleken. In plaats van hen kwam nu een hof- en ambtsadel
die, hoezeer van tijd tot tijd trachtend zijn zelfstandigheid te
vindiceren, meer en meer een dienaar, zo niet een werktuig
werd van de landsheerlijke politiek.
Zijn dochter Anna zoons waren jong gestorven
gehuwd met Filips van Bourgondië, zoon van de Grote
bastaard en dus kleinzoon van Filips de Goede, bracht Vere
in een ander stamhuis, bastaardtak van het regerende vorsten
huis, waardoor met één slag de verhoudingen veranderden.
De nieuwe heer, die de titel voerde van heer van Beveren, aan
zijn vader verleend, was als Bourgondiër een willig helper van
Maximiliaan van Oostenrijk in de bestrijding der tenslotte
op Sluis teruggetrokken Hoeken. Maar ook de verhouding
tussen heer en stad wijzigde zich. De laatste wist gaandeweg
meer recht van haar heer te verkrijgen en kwam tot zelfstandig
beheer harer financiën. Tijdens Filips' bewind werd, in 1487,
zij het meer als zetel van de vazal en verwant van de lands
heer dan om de stad als zodanig, er de raad van admiraliteit
gevestigd, die ook als prijzenhof zou fungeren, doch de opzet,
deze als algemene raad te doen gelden, waardoor Vere het
middelpunt zou zijn geworden van het Nederlandse zeewezen,
slaagde niet. Maar de functie van admiraal van de zee bleef
aan de Veerse Bourgondiërs opgedragen. Filips wist voor zijn
stad in 1489 vergiffenis te verkrijgen voor de verlening van
steun aan Vlamingen en Hoeken, en heeft de uitbreiding van
haar verdedigingswerken krachtig bevorderd. Dat deed ook
Anna's tweede gemaal, Lodewijk van Montfoort, die de Mont-
foortse toren, thans verdwenen, heeft doen bouwen. Na zijn
spoedig overlijden (1505) voerde vrouw Anna tot haar dood
in 1518 de regering zelve. Haar bewind wordt door gans
andere dingen gekarakteriseerd dan dat van haar voorgangers
en nakomelingen, al verloor zij de zakelijke belangen van haar
stad in 1508 werd een serieuse poging gedaan tot verwer
ving van de Schotse stapel geenszins uit het oog. Zij echter
geldt vóór al als een patrones voor humanistische geleerden.
Jacobus Battus verbond zij aan haar dienst als mentor van
haar zoon Adolf door zijn bemiddeling kwam Erasmus met
haar in aanraking, die tussen 1499 en 1501 met de vrouwe