11
Bordeaux als Vere. Uit de ordonnantie op de verpachting van
de vistol van 1541, die de vissers van Vere voorschreef al hun
vis daar en nergens anders te verkopen, vernemen wij ook van
andere soorten bot, kabeljauw, schelvis, zomede van Tesse-
laars, die hun vangst te Vere ten verkoop brachten. Met de
hoekers van Westkapelle en Domburg was, reeds in 1476,
een regeling getroffen om elkaar niet te na te komen en was
de grens van ieders visgebied vastgesteld in 1544 werd met
Domburg een overeenkomst gesloten ter beveiliging der haring
vaart, waarbij werd bepaald dat het dertiende schip Vere
droeg 7, Domburg 6 schepen bij oorlogsschip zou zijn ten
behoeve van de gemeenschappelijke bescherming. En van zo
veel belang was Vere als vismarkt dat Gent, in 1558, zich tot
de stad wendde inzake middelen om zijn voorziening met vis
te activeren.
De Veerse schippers en kooplieden, die haring en andere
vis naar Frankrijk brachten, waar zij krachtens het in 1465
door Lodewijk XI verleende privilege welkom waren, brachten
vooral wijn, maar ook Baaizout, mee terug daarnaast werden
mede uit de Oostzee en Schotland aangevoerde waren, door
Veerse of andere schippers, van Vere naar Frankrijk gevoerd.
Belangrijker echter was de vaart op Engeland. Uit erkentelijk
heid voor de steun, hem in zijn troonstrijd door de heer van
Vere verleend, stond Eduard IV in December 1471 aan diens
onderdanen vrijheid van handel in zijn land toe, mits niet met
goederen, behorend tot de stapel van Calais, en verder ver
mindering van tol als zij van de stadsregering certificaat
meebrachten dat zij Verenaars waren, gelijk omgekeerd heer
Hendrik in 1472 aan Engelse kooplieden vrijgeleide beloofde.
En over de jaren 14721481 zijn tal van dergelijke verkla
ringen afgegeven in Londen en in Lynn was zelfs een Veerse
gemachtigde hiervoor aangesteld. Gedurende het Engels-Han-
sische conflict hadden de Verenaars een, overigens bescheiden,
aandeel in de lakenuitvoer. Later trad verkoeling op in de
betrekkingen met Engeland in 1483 werden daar zelfs kaper
brieven op kooplieden van Vere uitgegeven. Maar tien jaar
later was het oude verkeer weer hersteld. Kooplieden uit
Berwick kregen in 1494 vrijgeleide, en ook uit de 16e eeuw
zijn talrijke aanwijzingen betreffende verkeer der Engelsen
in Vere bewaard kooplieden van Newcastle, die kolen brach
ten, hadden er een waard, een vertegenwoordiger (1500);
de meergenoemde ankeragelijsten vermelden tussen 1536 en
1540 gemiddeld 23 Engelse schepen per jaar, die blijkens de
rekeningen van de uitvoer 15421544 zout, rozijnen, hout,