19
werd geslagen. En door de eeuwen heen is_Vere_.aan de
Oranje s verknf^ij ^yvè^sj^ niet alleen- doch., bovenal drie
^rerraars7~tweëNlassaului de trouwe waker voor hun
rechten in Zeeland.
In de volgende decennia ontwikkelde Vere zich voorspoedig.
De bevolking nam toe, ook hier door immigratie uit Vlaan
deren in 1617 werd de vraag onder de ogen gezien of de
hierheen uitgeweken Oostendenaren tot regeringsambten be
noembaar zouden zijn en het economisch leven nam korte
tijd, zoals wij nader zullen zien, een ongekende vlucht. Het
staatkundig leven ging, in de 17e en eerste helft der 18e eeuw,
te Vere vrijwel zonder schokken voorbij. Door de bijzondere
positie als markiezenstad bleef het in 1651 gespaard voor de
regeringsverwikkelingen, die elders tot zoveel onrust aanlei
ding gaven. In 1668 echter ontstonden moeilijkheden in de
boezem van de magistraat zelfs in deze Oranjestad toen in
de Statenvergadering werd voorgesteld prins Willem tot
Eerste edele van Zeeland te verklaren. Eerst moesten, zoals
Ermerins het uitdrukt, de hekken der regering verhangen
worden, en Constantijn Huygens kwam als gemachtigde van
de markies naar Vere om deze operatie te verrichten, die ten
slotte ..minnelijck veraccordeert" werd. Maar ook later bleven
moeilijkheden niet heel en al uit. Na de dood van Willem III
traden de Staten van Zeeland niet in het verzoek van zijn
erfgenamen, hun het markiezaat toe te wijzen. En zelfs een
erfgenaam van de laatste Bourgondische markies, de prins
van Chimay, eiste het op. In 1732 echter liet Vere zijn verzet
varen voortaan zou het, evenals Vlissingen, vrije, d.w.z. van
alle leenroerigheid ontslagen, grafelijke stad zijn. Maar prins
Willem IV weigerde hardnekkig het kwart millioen, hem door
de Staten als schadeloosstelling aangeboden.
De loop der algemene gebeurtenissen bracht niet aileen de
oplossing hiervoor, doch leidde er tevens toe dat Vere de
leiding kreeg van het herstel der stadhouderlijke macht. Niet
zodra waren de Fransen, in April 1747, Zeeuwsch-Vlaanderen
binnen gevallen of de Oranje-partij in Zeeland kwam in be
weging. In de nacht van 24 op 25 April begaf de Veerse
schutterij zich naar het huis van de Oranjegezinde burge
meester Vereist en verzocht hem Zijne Hoogheid vanwege
de stad tot stadhouder van Zeeland voor te dragen de ijlings
in de vroege morgen bijeengekomen magistraat besloot hiertoe,
en in optocht trok men naar Middelburg om de Statenvergade
ring tot de gewenste besluiten te brengen, welke dan ook niet
uitbleven, wat de aanleiding werd tot de verheffing van de