26 dat de conservator, hoewel onverplicht, rijkelijk in zijn huiselijk leven tegemoet werd gekomen en hem in 1584 om de „goede, ghetrouwe diensten", die men nog van hem verwachtte, een gratificatie werd geschonken. Inderdaad was er toen reeds zwarigheid, voortspruitend uit het algemeen verbod van handel op de vijand de stad verzocht in Mei 1584 de Prins steun bij haar pogingen de stapel te behouden, waaraan haar zeer veel gelegen was. Een dankbetuiging van de Schotse koning voor de wijze waarop Vere de belangen van zijn onderdanen had behartigd, ontvangen in April 1585, doet zien dat de moeilijk heid was opgelost. Toch beviel het de Schotten te Vere niet in allen dele, en sinds hun koning ook de Engelse troon had bestegen en in de Nederlanden het verschil tussen keizerlijke en vasalle steden, waarop vóór 1572 de voorkeur voor deze stad was gebaseerd, vervallen was, waren de omstandigheden wel zeer gewijzigd. Niettemin werkte ook hier de wet van de traagheid. Wel overwoog de Conventie weer naar Middelburg te trekken, doch de koning was nu voor Vere geporteerd, en in 1612 werd ten slotte het stapelverdrag uitgebreid en bevestigd. Behalve een deel der kerk 33dat reeds in 1578 was toegezegd, werd hun nu ook een kerkhof en een sportterrein toegestaan. Verder zou, op kosten der stad, een huis worden ingericht dat zou dienen voor conciergerie, ,,oü tous les marchans et mariniers, venans d'Escosse, pouront loger". Het lag in de Wijngaard straat'34); eerst op het einde der 18e eeuw werd het in 1561 gebouwde huis Den Struys aan de Kade daarvoor bestemd 35 Ten behoeve van het transport der goederen van Middel burg naar Vere ook nu bleef de Veerse markt wel wat te beperkt zou het stadsbestuur twee of drie barken doen bouwen en aan het schuitvlot (einde van het vaarwater) een overdekte losplaats doen aanbrengen. Zo was nu alles naar aller genoegen geregeld een bloeiperiode voor het verkeer der Schotten te Vere brak nu aan, maar na het midden der 1 7e eeuw vertoonden zich ook hiervoor symptomen van begin nende achteruitgang. De overwinning van Cromwell er was 33) De noordelijkste der drie beuken van het herbouwde koor, als Kleine kerk bekend, werd hiervoor bestemd na de opheffing van de stapel werd zij aan de Lutherse gemeente afgestaan en in 1834 afgebroken. 34) Men zie de plattegrond der stad van 1753 (afb. 4) sub m. 35) Diens buurman, Het Lam, dat vooral in het maaswerk boven de vensters opvallende gelijkenis vertoont en in 1539 door een Schot was gebouwd en ook later wel door een conservator is bewoond, kan hiermee toch niet wel „de Schotse huizen" in één adem worden genoemd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 44