27 enige jaren een koningsgezinde naast een Parlements-conser- vator werkzaam bedreigde de gehele instelling van de stapel met opheffing de steun, door de Schotten te Vere aan Karei II verleend, was daaraan niet vreemd. Al werd dat gevaar afgewend, Cromwells regeringsjaren waren door de oorlogstoestand voor de Schotse handel niet gunstig, en na de vrede van Breda werd, in 1668, niet Vere doch Dordrecht de uitverkoren zetel. De Schotse resident in de Nederlanden, William Davidson, die reeds in 1662 in die richting werkzaam was, schijnt de voornaamste bewerker te zijn geweest van de verplaatsing naar Holland dat de keus op Dordrecht viel ook Rotterdam was aan trek geweest was het werk van Jan de Witt, die hierdoor zowel zijn geliefde vaderstad diende als zijn grote tegenstander, de Prins van Oranje, in zijn mar- kiezaat trof, al viel het verlies het ging om een bedrag van 12000 gulden voor deze wel mee. Maar de Merwestad kon de Schotten toch weinig bieden velen hunner bleven Vere bezoeken, en reeds in 1671 waren weer onderhandelingen over herstel gaande. In 1675 werd, na de restauratie, de stapel er weer gevestigd als van ouds. Hoewel onder de gewijzigde omstandigheden langzamer hand een anachronisme geworden, sleepte de stapel zijn leven te Vere nog meer dan een eeuw voort. Doch schoon aldaar gevestigd, woonde de conservator van 1691 tot 1698 te Rot terdam, mede tengevolge van de omstandigheid, dat zijn plichten als handelsgezant in de Nederlanden hem daar riepen; ook vele Schotse kooplieden hadden zich sinds 1683 aan de Maas gevestigd. Tegen het einde der 17e eeuw was Vere, waar geen convooierend oorlogsschip beschikbaar was, dan ook vrijwel geheel door de Schotten verlaten. Het diep teleur gestelde stadje ging zelfs tot arrest tegen hen over, en met moeite werd het conflict bijgelegd door de Koning-stadhouder in dit verband zouden wij feitelijk moeten zeggen Koning markies die beider belangen verenigde in zijn persoon. In het laatste decennium der eeuw nam de stapel weer in bloei toe, en in 1697 werd het contract voor 21 jaar vernieuwd. Desondanks ontglipte de Schotse handel, die zich meer en meer naar het sterk opkomende Rotterdam verplaatste, aan het afgelegen en weinig biedende Vere. De Unie tussen Schotland en Engeland in 1 707, waardoor de uitvoer van wol en wolvellen werd verboden, gaf de stapel een ..groote krak zodat de „stapelnegotie genoegsaam cesseerde". Op hoop van zegen werd het privilege in 1718 weer verlengd, evenals in 1739; halfdood, kon de stapel niettemin niet sterven. De in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 45