42 besloten en een nieuwe haven gegraven, de Pottekaai, juist op de plek waar zij destijds was geprojecteerd. Maar ook de stad zelf werd door immigratie op grote schaal, o.a. van uit Door nik, te klein (vgl. afb. 3 en 4)21). In 1583 en volgende jaren werd zij uitgelegd naar het Oosten de middeleeuwse wal werd nu de Walstraat, de Vlamingstraat ontstond. De bouw van een nieuw stadhuis, navolging van het bekende Renaissance-paleis van Antwerpen, werd in 1594 begonnen (afb. 222Toe nemende expansie van het economisch leven maakte, tussen 1609 en 1614, verdere uitbreiding en het graven van nieuwe havens nodig, nl. Oosterhaven en Dokhaven, tot dien stads vest. Het achterste deel werd bestemd als „herberghe" om een groot aantal schepen gelegenheid te geven de winter veilig voor storm en ijsgang door te brengen, maar van de aanvang af komt de benaming dok voor. Daar langs vestigden zich, vooral aan de noordzijde, verschillende scheepswerven en lijn banen. Tevens werden de vestingwerken uitgebreid en ver beterd naar de plannen van Maurits' ingenieur Valkenburgh, terwijl ook David van Orliens hieraan, in 1619, te pas kwam 23In 1635 werd de beurs gebouwd. In politiek opzicht beleefde Vlissingen in deze jaren even eens bijzondere gebeurtenissen, die ver strekkende gevolgen hebben gehad. De band nodus indissolubilis, zoals ook hier op de bij de inhuldiging in 1581 uitgegeven strooipenning staat met de Prins van Oranje, die de stad in 1574 een zo belangrijke positie had gegeven en haar nadien zoveel mogelijk had gesteund, werd nog hechter geknoopt toen hij, zo niet op haar verzoek dan toch stellig volgens de wens harer burgers, door aankoop der heerlijkheden Vere en Vlissingen ook haar heer werd, en onder de Oranje-vorsten is dat tot het einde der 18e eeuw zo gebleven, zonder dat evenwel van een conti nuatie van het markiezaat als zodanig mag worden gesproken. Bevreesd dat zij in vreemde handen zou komen en geens zins ten onrechte, want Antwerpen, dat hierdoor invloed in de Zeeuwse Staten hoopte te krijgen, wierp een begerig oog op hetgeen als zijn voorhaven kon worden beschouwd, en ook 21) Kort na 1572 was een Waalse gemeente ontstaan, die oorspron kelijk in een vertrek van het oude prinsenhuis, waarschijnlijk het oude stadhuis, kerkte, van 1584 af op diverse andere plaatsen, om in 1635 een eigen gebouw te krijgen. De gemeente kreeg in 1705 een tweede predikant, doch ging in 1823 te niet. 22) Door het bombardement van 1809 is dit fraaie bouwwerk ver loren gegaan. 23) In 1669 heeft Menno van Coehoorn, „deze stad passeerende", de werken, die toen in verval waren, bezichtigd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 62