50
firma J. Louyssen Zoon zich in Vlissingen vanwaar zij, tot
dat de oorlog met Engeland na 1795 dat onmogelijk maakte,
slavenschepen uitreedde. In 1787 echter bracht Jan van der
Woordt, ,,een fier vaderlander wars van slavenboeien" de
man was een vurig Patriot een van wiens slavenschepen,
o ironie. De Gulden Vrijheit was genoemd, zijn bedrijf naar
Amsterdam over.
Tegenover het belang, dat handel en scheepvaart op West-
Indië in de 17e en 18e eeuw voor Vlissingen hebben gehad,
zinkt die op de Oost schier in het niet. Reeds voordat de
O.I.C. was opgericht, op het einde van 1601, had men er met
de nieuwe landen contact gehad toen twee schepen van een
der Amsterdamse compagnieën met peper uit Indië de haven
van Vlissingen waren binnen gevallen een deel der lading
werd hier gelost en in lichters naar Amsterdam gevoerd. Maar
van de dertien bewindhebbersplaatsen in de Kamer Zeeland
der O.I.C. kreeg Vlissingen er slechts twee onder de eer
sten was bovengenoemde Jan Lambrechtse Coolen en van
eigen pakhuizen is hier in de bloeitijd geen spoor. Eerst in
1789 is hiervan sprake, toen het pakhuis der stervende W.I.C.
werd gehuurd. Merkwaardig is het te constateren dat de op
Engeland steunende politiek van Willem V in 1786 een eigen
vaart der Zeeuwen, een nieuwe Zeeuwse Compagnie met
Engelse subsidie en... een Engels vlootstation te Vlissingen
beoogde, zij het ook zonder resultaat.
Belangrijk is ook, zij het ook slechts betrekkelijk korten tijd,
de walvisvaart voor de Scheldestad geweest. Ook hiervan
waren Lampsins en De Moor de leidende figuren. Eerstge
noemde deed reeds in 1616 een reis naar Jan Mayen in strijd
met het octrooi der kort te voren opgerichte Noordsche Com
pagnie, hetgeen hem in conflict bracht met de Hollanders, en
in 1617 naar Groenland De Moor reedde, in hetzelfde jaar,
naar Spitsbergen uit. In 1617 werd een Kamer Zeeland dezer
Compagnie in het leven geroepen, die voor een vierde daarin
deel had, en waarin naast Vlissingen ook Middelburg en Vere
vertegenwoordigd waren. Aanvankelijk kreeg de Scheldestad
een gelijke portie van de bedrijfsresultaten als Middelburg,
nl. 25H/40 later verwierf het er 3/ig bij, doch in 1636 was de
verhouding Middelburg 1550, Vlissingen 2550, Vere 900
quartelen traan. Ook zij had op Spitsbergen een loge, en zo
belangrijk was de walvisvaart van de boorden van de Schelde
dat de Compagnie hier in 1630 twee of meer predikanten aan
vroeg om de schepen naar Groenland te vergezellen. Zoals
men weet heeft De Ruyter, als stuurman op de Groene Leeuw.