IX
oudere vorm van deze naam) gedragen heeft. De enige plaats
naam, die wij chronologisch en topografisch met deze graven
in verband kunnen brengen, is Walacria, genoemd in de
levensbeschrijving van Willibrord. Hoever zich dit Walacria
uitstrekte, moet ik in het midden laten.
In de Oud-Noord-Beveland-polder ten Z.W\ van Colijnsplaat
(gemeente Kortgene) is onlangs muurwerk van ongeveer een
meter dik, met skeletgraven in de nabijheid, over een lengte van
enkele tientallen meters zichtbaar geweest. Ten einde vertra
ging in de werkzaamheden te voorkomen hebben eigenaar en
uitvoerende organisatie nagelaten de bevoegde oudheidkundige
en anthropologische instanties te waarschuwen. Blijkens hier
gevonden munten en aardewerk is dit bouwwerk te dateren
vóór de overstromingen van 1530. Op de reconstructie van
middeleeuws Noord-Beveland, die Hollestelle getekend heeft,
is ter plaatse van de vondst geen bebouwing aangegeven. Het
is nog niet onderzocht, of kaarten uit de 16e eeuw (vóór of
na de overstroming) identificatie van het bouwwerk toelaten.
De conservator der Zeeuwse klederdrachten be
richt het volgende
Het verheugt ons te kunnen mededelen dat ook in het
afgelopen jaar weder verschillende personen van een daad
werkelijke belangstelling in de vorm van schenkingen hebben
blijk gegeven.
Een belangrijke en zeer welkome aanvulling voor onze col
lectie sieraden mochten wij ontvangen van mevrouw de wed.
M. J. Heijboer te Sint-Annaland, bestaande uit de volgende
voorwerpen, welke behoren tot de Toolse dracht van
1840/1850
1 zilveren oorijzer met gouden krullen.
1 paar vrij zeldzame cantille gouden spiegelbellen.
1 paar cantille gouden oorbellen.
1 paar cantille gouden spelden.
1 vierrangs bloedkoralen collier met cantille gouden slot.
Tot deze schenking behoorden eveneens enkele jakjes uit
dezelfde periode, benevens een zwarte ondermuts en een tulle