56
schappen. In 1768 zocht men uitbreiding, en daaruit kwam, in
1769, het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen voort
dat, in 1801 overgebracht naar Middelburg, waar sinds 1784
een „departement" was gevestigd, ondanks de wisselvallig
heden der tijden nog de fakkel der wetenschap in Zeeland
brandende tracht te houden. Eerste president werd de oud
burgemeester mr. Isaac Winckelman, secretaris ds. Tjeenk,
thesaurier dr. Gallandat, die in het eerste deel van de lange
reeks der Werken enz. een verhandeling bijdroeg, getiteld
Noodige onderrichtinge voor de slaafhandelaren, een onder
werp, waarmee hij op zijn reizen als scheepsdokter naar Guinee
vóór zijn vestiging kennis had gemaakt en dat voor de slaven-
stad aan de Schelde wel bijzonder actueel was. Te Water, ten
slotte, bedacht het devies Non sordent in undis.
De stichting van het Genootschap ontsproot aan de geest
der Verlichting, die ook op staatkundig en godsdienstig gebied
op het einde der eeuw tot vernieuwing zou leiden. De eman
cipatie der Katholieken was daarvan een deel, en deze vond
in het stadsbestuur reeds vroeg voorstanders. In 1757 werd
hun vergund, een kerkgebouw te stichten. De Vlissingse bur
gerij echter, minder „verlicht" dan haar regenten, kwam in
verzet, en ook in 1763 wist zij een herhaling te voorkomen
zonder dat het tot moeilijkheden is gekomen. Maar in Juli
1778 toen de overheid, bang misschien dat zij zich anders te
Middelburg zouden neerzetten, aan de wegens de oorlog met
Engeland uit Duinkerke naar Vlissingen geweken Katholieke
kooplieden toestond een, zij het als woonhuis vermomd, kerk
gebouw te stichten en hun voorlopig een plaats voor de uit
oefening van hun eredienst aanwees, kwamen de poppen aan
het dansen. De regering verergerde de zaak door te weigeren
een adres daartegen in ontvangst te nemen de burgerij ge
raakte in beroering en zelfs Betje Wolff, overigens als goede
Patriotse voor godsdienstvrijheid ook voor de Katholieken
gevoelend, kwam in een gedicht De Vrijheid aan den Raad
en de Burgerij der stad Vlissingen, met een beroep op de strijd
van 1572 hiertegen op! Maar het zwaarste geschut werd
afgegeven door de antipapisten, waaronder zich ook ds Tjeenk
bevond. Toen het antwoord van de Erfstadhouder, die als
heer van Vlissingen door de reguestranten in de zaak betrok
ken was. niet spoedig genoeg afkwam liepen de malcontenten
te hoop. Versterkt o.a. door lieden van Westkapelle, waar de
invoering der nieuwe psalmberijming en nog meer de nieuwe
zangwijze aanleiding had gegeven tot een storm van verzet,
dwongen zij de vroedschap het aan de Katholieken gegeven