58 vrede, die in het voorjaar van 1795 tussen de Bataafse Repu bliek en Frankrijk werden gevoerd. Siéyès, de bekende apolo geet van de Derde Stand, was de verbeten voorstander der annexatie. Bijzondere gezanten worden naar Parijs gezonden om het dreigend onheil af te wenden 45na langdurige onder handelingen werd bij het Haags verdrag (16 Mei 1795) be paald, dat Vlissingen zowel in vredes- als in oorlogstijd uitsluitend met Frans garnizoen zou worden bezet en dat de haven voor beide volken gemeen zou zijn, terwijl over het gebruik ervan een nader reglement zou worden vastgesteld. De kosten van uitbreiding zouden voor iedere natie afzonder lijk, doch die van reparatie, als beiden ten voordeel strekkende, gemeen zijn. Deze haven was de boven genoemde Dokhaven van 1609-1614, die in 1687, toen het verzoek van Gecommit teerde Raden deze behoorlijk geschikt te maken voor het leggen van 's lands oorlogsschepen niet spoedig genoeg werd beantwoord, door Willem III met steun der Staten-Generaal en uit eigen middelen was verbeterd tot een voor die tijd uit nemende marinehaven in 1693 was deze, waarin een vloot van 80 oorlogsschepen tegelijk kon worden opgelegd, vol tooid 46In de 18e eeuw verwaarloosd de gesteldheid van de bodem noopte tot zware offers, in 1750-1753 werden de verzakte zeesluizen hersteld was zij in de vierde Engelse oorlog, te laat evenwel, verbeterd, zodat in 1794 kon worden getuigd „dat de haven en het dok te Vlissingen van het eerste aanzien waren". Door de loop der historie kwam deze Vlis- singse haven nu in het snijpunt der nationale en internationale verwikkelingen. Hoewel Frankrijk bij het Haags verdrag slechts mede gebruik van stad en haven had gekregen, maakte het echter daarna op mede-eigendom aanspraak en matigde zich zelfs mede-souvereiniteit aan. De volgende jaren waren vol van stille strijd. Voortdurend trachtten de „vrienden en bescher mers" indirect hun doel te bereiken, en evenzo deden de Bataven pogingen Vlissingen terug te krijgen zij trachtten Engeland bii de onderhandelingen, die aan de vrede van Amiens (1802) voorafgingen, tot ingrijpen te bewegen, doch 45) Deze zending heeft niet minder dan 70.000 gulden gekost, doch Zeeland was over het behoud van tenminste Walcheren en Zuid-Beveland uiterst content. 46) Het reeds eerder opgekomen plan daaraan een droog- of zgn. Engels dok toe te voegen werd eerst 1704/5 verwezenlijkt, toen de ver binding van Dokhaven en Pottekaai daarvoor werd ingericht. Dit eerste droogdok hier te lande, in 1834 vergroot, wordt nog voor reparatie van kleinere schepen gebruikt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 82