61 zoveel mogelijk hadden vernield, aldus tenminste een deel voltooiend van hun plan, het als uitvalshaven onschadelijk maken van deze voorhaven van Antwerpen. Op 27 December zeilden de Engelse schepen weg denzelfden dag werd Wal cheren, als veroverd gebied, aan Frankrijk gehecht. Het eerste bedrijf van de inlijving van Nederland door Napoleon was begonnen. 16 Maart 1810 volgde heel Zeeland, 9 Juli de rest van het land. Zoals begrijpelijk is nam Napoleon onmiddellijk maatregelen om de militaire betekenis van Vlissingen te herstellen. Reeds in 1808 had hij, na zich persoonlijk van de toestand te hebben overtuigd, bevel gegeven de stad in een aanzienlijke vesting te veranderen, doch door de Engelse occupatie was dit ver hinderd. In 1811 en 1812 kwam dit echter tot stand. Zowel aan de land- als aan de zeezijde werden de werken verzwaard; de stad werd door een brede buitengracht met glacis omgeven, terwijl daar buiten een kring van kroonwerken en forten werd aangelegd fort de Nolle aan de west-, fort De Ruyter aan de oostzijde, met daartussen het Rechter-, Middel- en Linker- reduit. De door de Engelsen vernielde havenwerken werden hersteld. Vlissingen was hierdoor in een geduchte vesting herschapen, maar op de proef gesteld is deze niet. Wel was na de gebeurtenissen van November 1813 de Engelse vloot voor Vere verschenen, doch zij bevrijdde Schouwen en wendde zich vervolgens naar Tolen en Beveland eerst 5 Februari 1814 drongen de Engelsen ook in de Wester-Schelde door en begon de blokkade van Walcheren. Tot strijd kwam het echter niet ook zonder deze zouden Vlissingen en Walcheren, naar men met reden mocht verwachten, vroeg of laat als een rijpe vrucht den Bondgenoten in de schoot vallen. En nadat de stad nog korte tijd onder Lodewijk XVIII had gestaan, kwam tenslotte aan de bijna 20-jarige vreemde heerschappij een einde 30 April 1814 kreeg de Franse commandant bevel te capituleren, en 1 Mei verschenen de vertegenwoordigers van de Souvereine Vorst binnen Vlissingen. Opgehouden door gebrek aan scheepsruimte, verlieten de laatste Franse troepen eerst 6 Mei de stad den volgenden dag had de plechtige in tocht der commissarissen-generaal plaats. De ..Franse tijd" had ook Vlissingen een klap gebracht, waarvan het zich slechts langzaam en met moeite herstelde, in 1815 adviseerde de Raad van State er geen Kamer van Koophandel in te stellen „daar het misschien niet gemakkelijk (zou) zijn geschikte personen, aldaar wonende, te vinden"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 85