67
suprematie van Middelburg in verzet. Zij begonnen een pro
cedure, die echter in Augustus 1531 door de Grote Raad ten
voordele der hoofdstad werd beslist. Haar opperhoogheid werd
bevestigd slechts enkele bedrijven, vrnl. in verband met de
uitrusting van schepen, en ook de zoutnering, werden aan
Arnemuiden toegestaan. Wel werd nog in 1538 enige ver
lichting verkregen, maar een poging om door betaling van een
aanzienlijke som gelds van Karei V ontkoming aan het Mid
delburgse juk te verkrijgen faalde1). Was het wonder dat
Arnemuiden op het eerste gerucht van de opstand, die de
hoofdstad hardnekkig de partij van de Koning zag kiezen, de
vaan volgde van Oranje, blij aldus de band met het gehate
Middelburg te kunnen slaken
Weinige dagen nadat Vlissingen zich had bevrijd, koos
Arnemuiden de zijde van de Prins, maar niet lang genoot het
van zijn vrijheid 8 Mei 1572 reeds werd het door de Spaanse
troepen genomen en deerlijk geplunderd. Maar toen, in Fe
bruari 1574, Middelburg zich aan Oranje had moeten over
geven, ging voor Arnemuiden een nieuwe toekomst open.
Op het daartoe gedaan verzoek verleende de Prins 9 Maart
1574, meer misschien om de macht van Middelburg te fnuiken
dan uit genegenheid voor Arnemuiden, een privilege waarbij
deze ..burch of plaats" als stad een enkele maal wordt ge
sproken van ..burchstadt" werd erkend en een eigen be
stuur, bestaande uit baljuw, twee burgemeesters, vijf schepenen
en vijf raden 2), werd ingesteld. Het kreeg de jurisdictie over
de heerlijkheden Nieuwerkerke en Mortiere, die aan Middel
burg werd ontnomen, en verwierf, in 1579, aandeel in het
landrecht (waarvan echter sinds 1682 wordt gezwegen).
Maar Arnemuidens verzoek, tot de Staten te worden toe
gelaten, werd afgewezen 3).
Nadat een regeling van het hypotheekwezen, die daaraan
in de weg stond, was gewijzigd, kon de herbouw van het in
de oorlog deerlijk geteisterde Arnemuiden krachtig worden
ter hand genomen, en ook uitwendig werd het stedelijk karak
ter geaccentueerd. Hoewel het reeds na de inneming door de
1Voor de verhouding ArnemuidenMiddelburg in deze periode, zie
uitvoeriger hiervóór Archief 1954 p. 2 vlg. voor de situatie aldaar afb. 4.
2) Haar aantal bleef in de loop der tijden niet onveranderd. In 1578
werd het getal der raden op zeven gebracht, in 1650 op tien, om in 1665
weer tot het oorspronkelijke terug te keren.
3) Het is niet van algemene bekendheid dat Kenau Simonsdr. Hasse-
laer, de kloeke helpster bij de verdediging van Haarlem, in dit nieuwe
Arnemuiden van 1574 tot 1577 het waagmeesterschap en het ontvanger
schap van de impost op de turf heeft bediend.