73 Kemp als conrector, bij wie Jacob Cats Latijn leerde. Deze schreef over hem en zijn verblijf in Zieriksee het volgende Ik konde mij voor eerst tot leeren niet begeven De School van Zierickze scheen mij een droevig leven Soo dat het eerste jaar geheel ten eynde quam, Eer dat ick recht begon en iet ter herten nam. Ons meester was een man, gantsch kluchtig in manieren. Hij liet hem al te veel of al te luttel vieren Nu deftig als een Prins in zijn geduchte magt, Dan weder als een kint en uytermate sagt. Van 15901597 fungeerde Pieter de Piender als rector ook over hem is niets bekend. In de onbevredigende toestand van het onderwijs hoopte men verbetering te brengen door de benoeming van ds Hen- ricus Brandt 15971601tot super-intendent of opper-rector van stads scholen Hij werd opgevolgd door Nicolaas Rijckaert (16011604). Van 1604 tot 1610 was Reinier Telle rector, een geboren Zierikseeënaar. Hij vertrok naar Amsterdam, waar hij bekend heid verwierf als libertijns hekeldichter6). Zijn opvolger was Abraham van der Meer (16101632), die uit Veere over kwam"). Van 1611 tot 1616 werd hij ter zijde gestaan door Jacob Beeckman, broer van de bekende natuurkundige Isaac Beeckman8). Een ander conrector, Andreas Mahieu, krijgt in 1619 te horen, dat hij beter doet nog in hetzelfde jaar te vertrekken, daar men het „niet oirbaer en vint de schole met een conrector langher versien te houden"9). De school zal dus toen niet zeer gebloeid hebben. Toch kreeg hij een op volger, nl. Tobias Praem. Met hem wil men echter eerst enige maanden „prouven om te sien of hij enighsints tot hetselve conrectorschap soude moghen bequaem wesen"t°). Zijn sala ris zou men laten afhangen van de binnengekomen rapporten. Toen Van der Meer in 1632 overleed, trad men in onder handeling met Casper Parduyn (16331638), praeceptor honorarius, docent van de hoogste klas, te Middelburg n Deze nam het beroep naar Zieriksee aan, doch op voorwaarde 6) Nietremonstrants, zoals Meertens, I.e., p. 429, zegt. Zie ook het aldaar vermelde artikel van W. P. C. Knuttel. 7) Zie H. W. Fortgens, De Latijnsche scholen te Veere en te Arne- muiden (Archief Z. Gen. 19441945). p. 56 sq. 8) Ibid. p. 58. 9) In Nov. 1622 werd hij praeceptor in Middelburg, waar hij reeds in 1623 overleed (J. G. Voegler, Geschiedenis van het Middelburgsch Gymnasium (Archief Z. Gen. 1894) p. 379. 10) Not. 11 Mei 1622. 11) Voegler, I.e., p. 388—391.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1955 | | pagina 97