67 Zeeuwsch Genootschap een costuum van een Nieuwlands bruidje uit c. 1800 (afb, 15), dat ook toen nog de sterke verwantschap met de Walcherse dracht van die tijd beves tigt. Het zeer rijke costuum toont ons een gebloemde rok, een prachtig gebloemd damast „sticklieff" en beuk, met de losse mouwen, een oorijzer met kleine gouden stukken en een schelphoed, gelijk aan de Walcherse kledingstukken uit die tijd. Ook de kanten trekmuts is precies gelijk, aan sommige Walcherse mutsen van omstreeks 1800, welke nog voorhanden zijn, niet slechts wat de soort kant betreft, maar ook in het patroon. Bovendien laat het oorijzer, dat in de 18e eeuw bestond uit een zilveren halfhoepelvormige beugel, waaraan zich kleine gouden vierkantjes (de stikken" of stukken) bevonden, een zelfde ontwikkeling zien als het Walcherse oorijzer. Op het einde der 18e eeuw nl. begonnen ook hier de spiraalvormige krullen in de mode te komen die de stukken het prototype van alle Zeeuwse oorijzers na verloop van tijd geheel zouden verdringen. Volledigheidshalve laten wij hieronder een opsomming volgen van hetgeen in de boedel van A. Wa genaar te Nieuw- en Sint-Joosland aanwezig was 12 langette trekmutsen 8 witte doeken 5 taerlinge schor ten 4 bonte beuken 1 vrouwe mantel 1 schergie jaktie 2 vrouwe hoeden 1 1 kante trekmutsen 7 dito langette 8 neteldoeken 9 witte beuken 2 witte hemdrokken 1 bonte hemdrok 1 faalje 2 sergie keusen 1 swart keus 1 stofjes keus 1 bruin keus 1 bruin jak 1 stofjes jak 1 crippe dito 1 stremijne dito 2 gebloemde jakjes 3 hemdrokken met silveren knoopen 1 styklijff 2 paar beuklinten met silveren haken 1 beugeltasse 1 sylveren ijser met gouden stukken 1 goude naelde 1 snoer bloedkoralen met goud slot 1 paar silveren gespen 1 paar paarelspelden 1 paar silvere broeks- knoopen 1 gouden merkring 1 paar goude knoopen 1 paar beugelgespen 2 paar sylvere plaaten 2 paar sylvere gespen 1 kerkboek met silver beslag 2 paar beugelgespen. Wat de gouden voorhoofdsnaald betreft zij vermeld dat behalve zilveren en daarna gouden exemplaren, welke gegra veerd waren, ook een opengewerkt exemplaar bekend is dat uit de 18e eeuw dateert. Wij wezen er reeds op dat dit costuum ook door Zuid- Beveland is beïnvloed. Dit vond vrnl. op het einde der vorige eeuw plaats. Toen de gekleurde rokken, de schorten, de schelphoed en de overige 18e eeuwse kledingstukken uit de mode waren en ook het gekleurde jak of mantel was afgelegd,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 105