71 het munten. Wij vinden ze in boedelbeschrijvingen dan ook wel vermeld als prinsestukjes, welke trouwens ook buiten de Nieuwlandse dracht worden gevonden. De rok heeft een breder „pluusje" dan de Walcherse Ook de schansloper was hier eertijds in gebruik en wanneer men bij winterdag 's avonds van een bezoek huiswaarts keerde en men een klein kind bij zich had gebeurde het wel, dat men de zoom van de schans loper over de schouder sloeg en het kind in de daardoor ge vormde zak op de rug droeg. 2. DE ARNEMUIDSE DRACHT Wat de costuums van Arnemuiden betreft, deze laten zich, hoewel een strenge scheiding niet is door te voeren, in drie soorten indelen, t.w. de dracht der landbouwers, der vissers en der burgers. 1. De dracht der landbouwers. In de landbouwersstand droegen vroeger mannen zowel als vrouwen een costuum, dat geheel aan het Walcherse gelijk was. Slechts was soms de ronde mannenhoed breder van rand. Voor de beschrijving kan overigens naar het eerste hoofdstuk worden verwezen. De laatste dertig jaar is echter het Nieuw- lands costuum in de meerderheid. 2. De dracht der vissers. Toen wij de Walcherse dracht onder de loep namen wezen wij op kleine plaatselijke verschillen welke een gevolg waren van een eigen ontwikkeling binnen de hechte dorpsgemeen schappen. of van nauwer contact met de stedeling, bv. door dienstbetrekking of vreemdelingenverkeer. Onderscheidt een gemeenschap zich bovendien door haar beroep van haar naaste omgeving, dan treden dergelijke verschillen meestal sterker naar voren. Vooral in vissersplaatsen blijkt het beroep zijn invloed op zeden en gewoonten te laten gelden, wat ook tot uiting komt in de kleding. Het boven geschetste geldt ook voor Arnemuiden en ondanks de nivellering van de moderne tijd, waaraan het niet heeft kunnen ontkomen, onderscheidt dit dorp zich nog altijd, zij het in steeds afnemende mate, door een bijzondere geaardheid der bewoners, een zangerig dialect dat steeds meer verwatert, en een afwijkende kleding. A- Vrouwen. Dit laatste treedt het duidelijkst aan het licht bij het vrou- wencostuum. In wezen is deze zgn. vissersdracht zuiver een Walcherse dracht, maar ze biedt door haar opmaak een sterk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 113