76
costuum, dat weinig sieraden kent, schijnt hiervoor compen
satie gezocht te hebben in de krullen van het oorijzer, die hier
overwegend groter zijn dan in overig Walcheren. De strikken
waren meestal van imitatie-parels of gouden bolletjes voorzien,
maar overigens van gelijk model als de Walcherse, evenals
de gefacetteerde (geslepen) spelden, doch beide worden niet
meer gedragen. De zwarte en bloedkoralen waren klein en de
sluitingen zeer eenvoudig zij bestonden meestal uit een kleine
gouden haak en oog, of een zeer bescheiden slot, die in de
nek werden gedragen en waaraan zich hoogstens vier rijen
kralen bevonden. Ouderwetse Walcherse zeugen, welke in
het midden der vorige eeuw algemeen waren, kwamen echter
ook in Arnemuiden voor en worden zelfs nu nog wel ge
dragen. De vorm is alleen iets groter geworden. Toen zij uit
de Walcherse dracht verdwenen en uitsluitend nog door vissers
werden gedragen kreeg het slot zijn naam van vissersslot.
De kleding van het bovenlijf laat een geheel andere ont
wikkeling zien omdat men hier niet aan oude vormen heeft
vastgehouden, maar in navolging van Nieuw- en Sint-Joosland
en Zuid-Beveland het jak heeft afgeschaft, terwijl het in de
gewone Walcherse dracht behouden is gebleven. Dit kleding
stuk, dat men mantel noemde, was 50 jaar geleden nog in de
mode. Het was op de borst laag en rond uitgesneden en werd
met haken en ogen en een koordje gesloten, terwijl de mouwen
tot de elleboog reikten. Doordat de beuk en de doek hierdoor
thans niet meer worden ingesloten, heeft vooral de doek groter
proporties gekregen dan in Walcheren, waar dit kledingstuk
juist een tegengestelde ontwikkeling heeft meegemaakt. De
beuken zijn weinig uitgesneden en staan hoog aan de hals,
terwijl zij weinig opvallend van kleur zijn. Exemplaren uit de
vorige eeuw zijn soms van zijde en gegarneerd met fraai ge-
plisseerd lint van felle en zeer contrasterende kleur.
b. Mannen.
De kleding der mannen is uit folkloristisch oogpunt weinig
belangrijk, omdat het costuum der jongeren zich geheel aan de
eisen van de moderne tijd heeft aangepast en daarmede tot een
zuivere beroepskleding is geworden. Zij is dan ook niet meer
typerend voor deze plaats alleen, maar biedt hetzelfde beeld
van trui en schipperspet als de schippers- en visserskleding in
andere plaatsen. Vroeger was dit anders en droegen de vissers
een costuum, waarbij het verband met de Walcherse mannen-
kledij aanwijsbaar was tegenwoordig is dit nog maar bij
enkele oude vissers het geval. Aan het eind der vorige eeuw