79
muiden genoemd (zie afb. 17 (rechts) en 20 (links)). De naam
burgerdracht kreeg ze ter onderscheiding met de vissersdracht.
Immers, dit costuum werd oorspronkelijk niet door de vissers
stand gedragen, maar uitsluitend door de overige inwoners van
Arnemuiden, de burgerij. Later is hierin verandering gekomen.
Wanneer deze Nieuwlandse of burgerdracht haar intree in
Arnemuiden heeft gedaan, is niet met zekerheid te zeggen
wel konden wij uit onze gesprekken met ouden van dagen ter
plaatse opmaken, dat ze nog niet zo heel lang in de mode is.
Zij herinnerden zich nog de tijd, dat door de bevolking als
geheel bijna uitsluitend de Walcherse dracht werd gedragen.
Ongeveer 75 jaar geleden moeten de vrouwen der landbouwers
en anderen, die niet tot de vissersstand behoorden, tot het
rijkere Nieuwlandse costuum zijn overgegaan, waarbij de meer-
vooraanstaanden het voorbeeld gaven. Een tijd lang bleef toen
het onderscheid vissersdracht-burgerdracht gehandhaafd, tot
tenslotte ook vissersvrouwen de nieuwe gewoonte gingen vol
gen en ook bij haar de „vissersdracht" grotendeels plaats
maakte voor de „burgerdracht". De laatste jaren heeft door
velerlei oorzaken, al of niet verband houdend met de oorlog,
ook te Arnemuiden de steedse dracht meer en meer veld
g:ewonnen en vermindert het aantal der vrouwen, die het
costuum dragen, sterk-
Resumerend komen wij tot het besluit, dat Arnemuiden in
de laatste honderd jaar een zeer eigenaardige wisseling in
klederdracht te zien heeft gegeven en dat in ieder geval
de „burger"- of Nieuwlandse dracht een eeuw geleden al
daar nog niet in zwang was, maar er volgens betrouwbare
mededelingen van oudere inwoners omstreeks driekwart
eeuw geleden begon door te dringen. Toch vragen wij
ons af, of er niet een bijzondere aanleiding was voor deze
eigenaardige omwenteling in de oorspronkelijk Walcherse
dracht van het Middelburgs-ambacht, waarbij wij er de nadruk
op hebben gelegd, dat wij te doen hadden met een kinder
dracht J). Te Arnemuiden zouden dus sommige, waarschijnlijk
jongere vrouwen, nadat ze een tijdlang het visserscostuum
hadden gedragen, dit weer hebben verwisseld voor de „kinder
dracht" (lees: burgerdracht )-in-volwassen-vorm, terwijl oudere
zich aan de vissersdracht hielden. De jongste kwamen in het
geheel niet meer aan de vissersdracht toe, maar bleven de
kinderdracht-in-volwassen-vorm dragen.
De niet geringe omvang van de helder witte muts, de licht-
1) Zie Archief 1954 p. 132.